Trekkingen, tempels en een prachtig meer - Reisverslag uit Inle, Myanmar van Sigrid Schweitzer - WaarBenJij.nu Trekkingen, tempels en een prachtig meer - Reisverslag uit Inle, Myanmar van Sigrid Schweitzer - WaarBenJij.nu

Trekkingen, tempels en een prachtig meer

Door: Sigrid

Blijf op de hoogte en volg Sigrid

01 Augustus 2013 | Myanmar, Inle

Hoi allen,

Het lukte de afgelopen dagen niet om in te loggen op mijn weblog hoewel we wel de luxe hadden om 4 dagen Wi-Fi op de kamer te hebben. Nu dus een extra lang verslag.

Ik had jullie nog een verslag van vorige week dinsdag beloofd. Toen hebben we een trekking van 11 uur gedaan over het platteland in de buurt van Hsipaw. We hadden hierbij gezelschap van 2 Oostenrijkse jongens en liepen onder begeleiding van een gids. De hele weg was het erg groen om ons heen. We liepen langs rijst- en maïsvelden. Altijd leuk om de mensen aan het werk te zien in de rijstvelden. Het weer zat mee; het was redelijk bewolkt, ’s morgens hadden we nog wat regen, maar het was niet overdreven warm. In een dorpje namen we even rustig de tijd om thee te drinken.
De gids vertelde dat er hier 4 jaar geleden nog nauwelijks brommers of motors waren. Nu rijdt het merendeel van de bevolking er een. Verder vertelde hij dat de Birmezen sinds een jaar toegang hebben tot facebook en dat ook alle nieuwssites nu toegankelijk zijn. Tot een jaar geleden had 1 op de 10 Birmezen toegang tot internet, nu bijna iedereen. Volgens hem is er geen censuur meer. Tot een jaar geleden werden veel radio- en tv-programma’s geblokkeerd. Nu kan iedereen kijken wat hij wil. Coca cola mocht pas 2 jaar geleden pas in Birma de markt op. Leuk om dit soort info te krijgen. Het is altijd wat delicaat om dingen over het regime te vragen, maar in dit geval was de gelegenheid er wel. Onze gids zei dat hij vrijuit over alles kan praten.
’s Morgens liepen we omhoog, een heuvel op naar Pankam village. Hier gingen we lunchen. Iedereen kreeg wat rijst op zijn bord en er stonden pannetjes met chili, een groentesoep, een gestampte bonenprut, tofu, nepvlees, en een soort kroepoek. Dat smaakte prima. De theeglazen werden continue vol geschonken. Wat vocht konden we wel gebruiken. Na het eten bleven we nog even thee drinken en gezellig met de Oostenrijkers kletsen. We hadden lekker alle tijd.
‘s Middags liepen we eerst door het dorpje naar een theeplantage. Daar vandaan liepen we weer terug het dorp in. We wilden een schooltje bekijken, maar dat was dicht. Er zitten 73 kinderen op die school en er is maar één lerares, die op 5 verschillende niveaus moet les geven. Respect! En dat geeft ook te denken over het niveau van onderwijs…. De terugweg ging voornamelijk heuvelafwaarts. We liepen langs een andere weg terug, wat nog wel zo leuk was. Om kwart voor 7 waren we weer terug bij het hotel. Daar wachtte een welverdiende douche. Marie-Anne was niet helemaal lekker en ging naar bed. Ik heb boodschappen gedaan voor de treinreis van woensdag en heb in een restaurantje een simpele maaltijd (rijst met groenten) genomen.

Woensdag gingen we met de trein naar Pyin-Oo-Lwin (ofwel Maymiyo). We namen een tuktuk taxi van het hotel naar het treinstation. Daar gingen we terug in de tijd. In het stationshuisje zat een man achter een tafel met verschillende boekjes erop. Toen wij om 2 kaartjes naar Pyin-Oo-Lwin vroegen, schreef hij eerst wat in het ene boek, daarna wat in het andere. In een derde boek schreef hij onze namen en paspoortnummers. Tussendoor belde zijn zus en moesten we even wachten. Uiteindelijk vroeg hij of we Upper Class (UC) of Lower Class (LC) wilden reizen. De UC is twee keer zo duur en heeft kussens op de stoelen. De LC heeft houten stoelen. Omdat we hadden gehoord dat het erg kon gaan hobbelen, kozen we voor de UC. Deze is nog steeds maar 6 dollar voor een reis van bijna 7 uur. Geen geld dus. Het enige nadeel is dat je dan minder contact met de bevolking hebt. Dat namen we even voor lief. De man was erg precies met de bankbiljetten en accepteerde niet alles. De briefjes moeten spik en span zijn. Daarnaast had hij geen wisselgeld en accepteerde hij alleen dollars. We hadden nog genoeg kruikvrij geld om te kunnen betalen. Om 09:45 uur kwam de trein. In de wagon stonden steeds 2x 2 stoelen tegenover elkaar. Wij hadden met z’n tweeën 4 stoelen. Dat was riant. In het begin leefden we ons uit met foto’s nemen van werkende mensen in rijstvelden. Verder zagen we veel maïsvelden en later op de dag ook zonnebloemvelden en andere bloemen. Het was ons al opgevallen dat er overal op markten veel bloemen zijn. Die schijnen uit deze streek te komen.
Het gehobbel viel uiteindelijk mee. Meestal danste de trein in een bepaalde cadans van links naar rechts. Soms werd je een stuk op een neer in je stoel geslingerd; dan was het heel fijn om op een verend kussen te zitten i.p.v. op een houten bank. Hoogtepunt van de treinreis was het Gokhteikviaduct. Dit is het op een na hoogste viaduct ter wereld. Het is ca. 750 m lang en overbrugt een 300 meter diepe kloof. Het is in 1903 gebouwd en gold toen als een unieke prestatie op het gebied van bruggenbouwen. Dit viaduct was de reden geweest dat we de trein hebben genomen, al is hij langzamer dan de bus. Het was zeker de moeite waard. De hele reis was het landschap mooi.
Volgens schema kwamen we om 16:30 uur in Pyin-Oo-Lwin aan. Toen ging alles weer even super efficiënt: we stapten uit de trein, op het perron werden we aangesproken door iemand die vroeg of we een taxi wilden. De taxi bleek een koets met een paard ervoor. Geweldig. Het was ca. 8 minuten rijden naar het Bravo-hotel. Daar vroeg de receptionist of we gereserveerd hadden. Op onze bevestiging noemde hij onze naam, gaf 2 inschrijfformulieren en een sleutel mee en stuurde 2 jongens met onze bagage mee naar onze kamer. Om kwart voor 5 zaten we op ons hotelbed. We moesten weer lachen van verbazing. Dat gaat super zo; we reserveren de hotels steeds een dag van te voren en dat blijkt een goede zet te zijn.
We zijn nog even het stadje in gelopen om te gaan eten. Het was niet erg druk op straat. Er staan hier koloniale gebouwen uit de Britse tijd. Dat is een beetje vergane glorie. We vonden een redelijk druk Chinees restaurant en gingen daar eten. Verder hebben we niet veel meer gedaan.

We wilden in Pyin-Oo-Lwin alleen de botanische tuinen zien. Verder is er niet veel bijzonders. Daar zijn we donderdagmorgen naar toe gegaan. We namen een paardenkarretje naar de tuinen toe. De tuinen waren mooi, maar niet heel bijzonder. ’s Middags namen we een gedeelde taxi naar Mandalay. We hadden één medepassagier. Wij zaten lekker riant met z’n tweeën op de achterbank. De chauffeur leek haast te hebben en reed lekker door. Voordat we werden afgezet leverde de chauffeur een zak af bij het eerste adres, een stapel cash geld bij een tweede huis en een enveloppe bij een derde. Toen vroeg de chauffeur wij waar naar toe moesten en werden we naar ons hotel gebracht. Verder hebben we die dag niet veel meer gedaan.

Vrijdagmiddag namen we de bus naar Bagan. Marie-Anne gaf aan dat ze ‘s morgens het liefst bij het hotel bleef om bij te kunnen trekken. Ze is nog steeds erg verkouden en heeft last van haar keel. Ik wilde naar de Mahamuni pagode die we eerder deze week gemist hadden. Dus ging ik alleen op pad. De wandeling alleen al was leuk. Het was 2 uur lopen naar de pagode. Onderweg heb ik nog even bij een hele magere Boeddha rondgekeken. De Mahuni pagode stond op een groot complex. Onder de grootste gouden toren stond een grote met bladgoud beklede Boeddha. Deze was wel bijzonder. Daarna heb ik rondgelopen over de rest van het terrein. Behalve wat altaartjes, Boeddha’s, bellen en een grote gong, vond ik de zaal waarin op een schematische landkaart werd afgebeeld in welke landen het Boeddhisme verbreid is, nog het leukst. Ik had geen tijd meer om nog terug te lopen, omdat we om 12:00 uur uit moesten checken en het inmiddels 11 uur was. Ik zat nog wel in dubio of ik eerst een half uur terug zou lopen en dan een taxi zou nemen of dat ik die meteen vanaf hier zou nemen. Een opkomende blaar onder mijn rechtervoet zei me dat ik het beste mijn voeten rust kon geven. De taxichauffeur die me vervolgens aansprak gaf de doorslag. Voor 2000 kyatt (2 dollar) wilde hij me achter op de motor terug naar het hotel brengen. Dus, helm op en opstappen. We proberen zoveel mogelijk vervoersmiddelen te nemen die er hier zijn en deze ontbrak nog op het lijstje. Ik heb even genoten van het ritje. In 20 minuten was ik nu bij het hotel.
We hebben geluncht en wat rondgehangen tot de taxi kwam om naar het busstation te gaan. We hadden de bus van half 5. Rond etenstijd hadden we een stop van een half uur bij een restaurant. Dat was een aangename onderbreking. Tot onze verrassing kwamen we al om 21:20 uur aan in Bagan. Wij hadden verwacht dat we om 22:30 uur zouden aankomen. Dat viel mee! We waren de bus nog niet uit of een aantal taxichauffeurs bestookten ons. Het waren rikshafietsers. Zij brachten ons naar ons hotel. Het is hier duidelijk een stuk toeristischer dan op de andere plaatsen waar we geweest zijn. Op de hotelkamer hebben we Wi-Fi. Wat gaan de ontwikkelingen in dit land toch snel!

Toen we zaterdagmorgen uit het raam keken bleek het te regenen. We zitten hier in de droogtegordel van Birma, waar het meestal heet is. Daarvoor waren we gewaarschuwd. Het tegendeel was waar: het was koel – maar nog altijd een ca. 30 °C – en het regende. Het zag er ook niet naar uit dat het snel droog zou worden. De vlakte van Bagan is bezaaid met pagodes. Het is het grootste boeddhistische ruïnegebied ter wereld. Het plan was al om vandaag de omgeving te verkennen met paard en wagen. Met die regen kwam dat goed uit. Er stonden wat karretjes te wachten voor het hotel. We regelden een dagtour langs de belangrijkste tempels en pagodes. Het werd ondanks de regen een erg leuke toer. Het is mogelijk om op sommigen pagodes te gaan, zodat je een goed uitzicht over Bagan hebt. Ondanks de regen was het uitzicht redelijk.
We lunchten in een Birmees restaurant. Hier konden we alleen een buffet nemen en dat was leuk en lekker. Elke tafel had zijn eigen buffetje: een pan met rijst en schalen met vlees, vis en groenten. Erg lekker. We kregen er een thermoskan groene thee bij. Toen we uitgegeten waren van het buffet kwamen er nog toetjes op tafel: stukken watermeloen, een soort koek (gemaakt van palmsuiker en bruine poeder) en een bak met een theeblaadjesmengsel, gember en een noten/sultana mengsel. Vooral dat laatste vond ik erg lekker. Dit zijn echte Birmese snacks. We namen nog een limoensapje toe en konden er weer tegen.
‘s Middags werd het weer wat beter, het klaarde wat op en af en toe was het zelfs droog. Bij één van de tempels werden we aangesproken door een vrouw die wel thanaka op ons gezicht wilde smeren. Dat is een geel smeersel dat vrouwen en kinderen hier op hun gezicht dragen ter bescherming van hun gezicht tegen de zon. Voor een keer vonden we dat best leuk. Ze gaf ons een pakje mee dat we ’s nachts op ons gezicht moeten doen tegen rimpels. Ze deed alsof het een cadeautje was. Wij wilden haar als dank 2.000 kyatt geven, maar zij zei dat het 3.500 kyatt per ‘cadeautje’ was. We konden de geraffineerde manier waarop ze ons dit aansmeerde wel waarderen en kochten het cadeautje. De rest van de middag liepen we met thanaka blaadjes op ons wangen, een gele streep op ons neus en een voorhoofd en kin vol thanaka. We kregen heel veel leuke reacties op onze make-up. Lachen!
Bij de laatste pagode konden we via een buitentrap omhoog. Vandaag hadden we een mooi uitzicht. Hier moet de zonsondergang mooi zijn, maar de zon hebben we vandaag niet gezien. Rond kwart voor 6 waren we terug in het hotel. We hadden weer een leuke dag gehad.

Zondag zijn we Bagan op de fiets gaan verkennen. Zaterdag hadden we met de paardenkar de pagodes en tempels in de buurt gehad. Nu gingen we wat verder. Het weer was super: licht bewolkt. De zon brak net niet door. Als we een leuke tempel tegenkwamen, stopten we even en gingen deze bekijken. Lekker relaxed. Tussen de middag hebben we lekker lang geluncht bij een restaurant met uitzicht op een rivier om op het heetst van de dag niet te hoeven fietsen. Zondagmiddag zijn we naar een uitkijktoren gegaan. Daarvan af hadden we een schitterend uitzicht over de vlakte met ontelbare ruïnes. Bij de Unesco staan er 2229 geregistreerd, maar men zegt dat het er rond de 12.000 moeten zijn! Als afsluiting gingen we naar de pagode waar we zaterdag ook waren geëindigd en waar nu wel een mooie zonsondergang was. We zaten er als eersten en hadden een goed plekje. Later werd het er erg druk. Zo met de zon zag het er gisteren toch allemaal een stuk beter uit.

Maandagmorgen zijn we naar Mount Popa gegaan, ook wel de bloemenberg genoemd. Deze berg wordt vereerd als de woonplaats van de nats. Dat zijn bovennatuurlijke wezens die het Birmees Boeddhisme heeft over genomen van animistische geloofsovertuigingen (meer weten? Gewoon even googlen! ). We hadden het hotel een taxi laten regelen en er ging een beginnend gids mee die nog ervaring moest op doen om volwaardig gids te worden. Hij wist wel e.e.a. te vertellen. Het was alleen jammer dat zijn Engels niet zo goed te verstaan was. We vertrokken om half 8. Op de heenweg maakten we een tussenstop bij een palm-bedrijfje. Hier werden de bladeren van palmbomen verwerkt tot daken, stoelen, matjes en allerlei prullaria, van de melk werden drankjes gemaakt; we proefden een zoete en een bittere vorm. Er werden flessen gevuld met 45% alcohol en er werd palmwijn gemaakt. Het vlees van de kokosnoot werd voor allerlei lekkernijen gebruikt. Erg leuk om te zien. Het was ca. een uur rijden naar de berg. Deze was niet heel bijzonder. We moesten 777 treden beklimmen om boven te komen. Daar stonden wat altaartjes. De omgeving was opvallend groen. Dit ligt slechts 40 km van Bagan, maar het is hier een stuk minder droog. Op de terugweg stopten we bij een kleine markt. We eindigden de tour in een lakfabriek. Hier kregen we te zien hoe potjes werden voorzien van een laklaag en werden geverfd. Het kan 6 maanden duren voor dit hele proces klaar is. Boeiend. We vonden de potjes en bakjes niet mooi genoeg om te kopen.
Toen we terug waren zijn we nog even een stukje richting het dorp gefietst om te lunchen. Daarna hebben we vakantie gevierd: het hotel heeft een zwembad. Daar hebben we een paar uur vertoefd. Lekker wat zwemmen en lezen.

Dinsdag was een reisdag naar Kalaw. De bustocht was redelijk saai. Wat wel prettig is hier is dat de bussen na zo’n 2 tot 2,5 uur rijden moeten afkoelen. Dan kunnen wij even de benen strekken. De bus wordt dan afgespoeld met koud water. Een onverwachte meevaller was dat er om 2 uur werd geroepen dat we in Kalaw waren. De receptoniste van het hotel in Bagan had nog gezegd dat het 8 uur rijden was. De wegen worden hier steeds beter, waardoor het nu nog maar 6,5 uur is (in de Lonely Planet van 2011 staat nog dat het 10 uur rijden is, met vertrek om 4 uur ’s morgen i.p.v. half 8!). De tweede verrassing was dat er iemand van het hotel waar we hadden gereserveerd op ons stond te wachten. We hebben een rustig hotel iets buiten het centrum uitgekozen. Dat ziet er weer erg leuk uit. Bij aankomst kregen we een pot thee. Wat een welkom! We hebben eerst de nodige zaken regereld (trekking voor woensdag, hotel voor de volgende bestemming) en zijn toen het plaatsje in gelopen. Kalaw ligt op ruim 1300 meter, is niet zo groot en het centrum is klein en overzichtelijk. Het is er een stukje koeler dan in Bagan. De eerste uitdaging was om een tentje te vinden waar we iets konden krijgen dat op gebak lijkt. Mijn verjaardag wilden we nog wel een beetje vieren. We begonnen bij een theehuis waar we sterke zwarte thee met melk en suiker kregen (klinkt viezer dan het in werkelijkheid was) en er een bord met gefrituurde hapjes met groenten erin bij ons op tafel werd gezet. Deze waren al koud, we wisten niet hoe lang ze al stonden, waardoor we het niet aandurfden om ze te eten. Via een leuke markt en een fair trade winkel kwamen we bij een ander theehuis waar zoete koekjes waren. Daar hebben we een paar lekkere ‘gebakjes’ gegeten en een thermoskan chineze thee gedronken. Daarna zijn we nog wat gaan eten een naar het hotel gelopen.

Woensdag zijn we een trekking gaan doen in de omgeving van Kalaw. Om 8 uur stond de gids ons op te wachten bij het hotel. Helaas regende het. Mijn paraplu is echt een van de beste dingen die ik voor deze reis heb ingepakt! We liepen ’s morgens in 2,5 uur naar een uitzichtpunt waar ook een voor oorsprong Nepalees gezin woont. De onverharde weg was glibberig geworden door de regen. De omgeving was mooi, erg goen, jammer van de regen. Het uitzicht bij de Nepalezen was dan ook niet super. We kwamen daar om half 11 aan. Gelukkig duurde het nog een uur voordat de lunch klaar was. Het was leuk om daar rond te kijken. Deze familie heeft het goed voor elkaar met een zonnenpaneel, een schotel en een mobiele telefoon. Ze zijn van het zonnenpaneel afhankelijk voor elektriciteit. De meeste mensen die in de bergdorpen wonen hebben geen stroom. De man vertelde dat hij 800 dollar voor zijn mobiele telefoon (zonder internet) had betaald! Het eten was erg lekker: een kop soep, Nepalees brood (een soort platte pannenkoek) met een groentenprutje en een mango. Even een keer geen rijst of noedels. ’s Middags liepen we nog 3,5 uur. Het was nu grotendeels droog. We kwamen door 2 dorpjes, zagen hoe vrouwen bezig waren theebladen te sorteren die lagen te drogen en we bezochten even kort een schooltje. Moet je je voorstellen: ben je de sommen die de juf opgeeft aan het opdreunen, komen er 2 westerlingen met grote, modderige bergschoenen en grote fotocamera’s je klas binnen, waarvan één een reus lijkt, die zeggen hallo in jouw taal, nemen een paar foto’s, zwaaien nog even en vertrekken weer. Zo ging het ongeveer. In het schooltje waren 3 groepjes en 2 docenten die op 5 niveaus les moesten geven. Leuk zo’n bezoekje. We liepen door over smalle paadjes door het groene landschap. Het was opvallend hoeveel verschillende gewassen er groeien, van theebladen tot papaya’s, van rijst tot jack fruit en van alles ertussen. De natuur was weer erg bloemrijk. Al met al een erg leuke wandeling.
We hadden voor het avondeten geen zin meer om ver te lopen en zijn bij het eerste lokale tentje dat er enigszins leuk uit zag naar binnen gegaan. Dat was een goede keuze. We kregen eerst de vraag of we zwarte of witte thee wilden. We drinken zo min mogelijk zwarte thee en kozen dus voor de witte. Kregen we zwarte thee met een lading melk (en suiker) erin! Dat hadden we kunnen weten,,,. In de tussentijd was er een thermoskan verse groene thee, die hier altijd gratis is, bij ons op tafel gezet. De noedelsoep was heerlijk. We zagen bananen in de keuken liggen en vroegen of we een banaan wilden. We kregen ieder 3 bananen van het huis. Bij het afrekenen vroeg ze minder dan 1,50 euro voor alles. Leuk om in dit soort tentjes te eten! Het beperkt zich een beetje tot rijst en noedels maar het zijn altijd leuke ervaringen.

Vanmorgen zijn we door gereisd naar het Inle meer. Dat ging weer gesmeerd. Via een taxi, minibus, weer een taxi en een boot kwamen we aan in ons hotel. We konden steeds onmiddellijk overstappen van het ene vervoermiddel op het andere. We hebben nu een bungalowtje in het meer. We kunnen hier alleen met de boot komen. Het is hier werkelijk prachtig. Vanmiddag vermaken we ons hier. Morgen en overmorgen gaan we de omgeving verkennen.

Groetjes,
Sigrid

  • 06 Augustus 2013 - 17:09

    Emile Goossens:

    Dag Sigrid,

    Dank je wel voor het delen van deze prachtige vakantieverhalen. Wat een ervaringen doe je weer op. Bij het lezen van deze verslagen, voelt het voor mij ook als een beetje vakantie. Succes en veel plezier verder

    groeten,

    Emile

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Sigrid

Actief sinds 21 Mei 2008
Verslag gelezen: 591
Totaal aantal bezoekers 132965

Voorgaande reizen:

07 Juli 2023 - 05 Augustus 2023

Sri Lanka

21 Juli 2022 - 20 Augustus 2022

Albanië

18 Oktober 2019 - 09 November 2019

Nepal

30 Mei 2019 - 14 Juni 2019

Taiwan

20 Juli 2018 - 02 September 2018

Ecuador & Colombia

21 Juli 2017 - 01 September 2017

Reizen door Zuid-Korea en China

14 Juli 2016 - 27 Augustus 2016

Brazilië

23 December 2015 - 02 Januari 2016

Van Istanbul naar Cappadocië

03 Juli 2015 - 15 Augustus 2015

Filipijnen en Molukken

21 December 2014 - 01 Januari 2015

Oman & Dubai

11 Juli 2014 - 10 Augustus 2014

De ruige hoogvlaktes van de Andes

25 December 2013 - 05 Januari 2014

Senegal & Gambia

13 Juli 2013 - 21 Augustus 2013

Birma en Thailand

23 December 2012 - 31 December 2012

Jordanië

21 Juli 2012 - 20 Augustus 2012

Langs de Pan-American Highway

25 December 2011 - 06 Januari 2012

Marokkaanse wandelreis

30 Juli 2011 - 30 Augustus 2011

India 2011

25 December 2010 - 01 Januari 2011

Tunesië

20 Juli 2010 - 16 Augustus 2010

Maleisisch Borneo 2010

20 December 2009 - 02 Januari 2010

Uganda 2009

08 Juni 2008 - 17 Augustus 2008

Van Turkmenistan naar Beijing

Landen bezocht: