Tempels en jungle in Thailand - Reisverslag uit Ko Samet, Thailand van Sigrid Schweitzer - WaarBenJij.nu Tempels en jungle in Thailand - Reisverslag uit Ko Samet, Thailand van Sigrid Schweitzer - WaarBenJij.nu

Tempels en jungle in Thailand

Door: Sigrid

Blijf op de hoogte en volg Sigrid

15 Augustus 2013 | Thailand, Ko Samet

Hoi allemaal,

Ik zit nu in Thailand. Vrijdag was de laatste dag in Birma en meteen ook de laatste dag dat ik met Marie-Anne reisde. We wilden naar de rijstvelden gaan die net buiten Yangon liggen. Veel informatie hadden we daar niet over. We wisten dat we met een pondje de Yangon rivier over moesten steken en dat we dan in Dalah waren. We liepen ’s morgens in een uur naar het pondje. Dat bleek nog behoorlijk groot. Deze gaat elke 20 minuten. Wij betaalden 20x zoveel om over te mogen dan de lokale bevolking: wij betaalden 2 dollar en de bevolking 10 dollarcent. Daarvoor was er wel een plek aan de voorkant voor buitenlandse toeristen en monniken ingeruimd. Daar konden we op iets comfortabelere kuipstoeltjes zitten. De overtocht duurde 5 minuten, dus dat was echt nodig. In Dalah was het net een mierenhoop. Al die mensen die van de boot afkwamen, allemaal taxichauffeurs en riksharijders die daar op af kwamen. Het verkeer stond muurvast. Wij liepen een stukje door uit de drukte. We hadden geen idee waar we naar toe moesten. We brachten een bezoekje aan een pagode waar we langs liepen. Daar konden we even rustig overleggen. Er kwamen 2 riksharijders achter ons aan. Zij wilden ons voor 2.000 kyatt p.p. ($ 2,-) in een half uur langs een andere pagode, bamboehuisjes en de markt rijden. We besloten om dat te gaan doen, zodat we ons ook wat konden oriënteren. De tour duurde uiteindelijk 2 uur. Het was een leuk ritje. Bij de bamboehuisjes lagen ook de rijstvelden, zodat we daar ook meteen geweest waren. Bij het afrekenen vroegen ze opeens het afgesproken bedrag per half uur en moesten we dus het viervoudige betalen. Ze hadden langzaam gefietst en nog een paar keer gevraagd of we koffie of kokosnootmelk wilden drinken. Dat hadden we niet gedaan. We waren het er niet mee eens en gaven iets meer dan het afgesproken bedrag, legden dat op een van de fietsen neer en liepen weg. Eén van de mannen kwam nog achter ons aan. Toen waren we er helemaal klaar mee en hebben we de pond terug genomen. We hadden nog wat willen eten in Dalah, maar we hadden geen zin in dit gedoe. Terug in Yangon hebben we een taxi genomen naar de Shwedagon pagode, waar wat meer restaurantjes zijn. Daar hebben we wat gegeten. Verder hebben we niet veel meer gedaan. We hadden wel genoeg gezien in de stad en zijn doorgelopen naar een koffiebar. We hadden nog precies genoeg Birmees geld om een meloendrankje en een appel-kaneel cakeje te nemen. Lekker! Daarna hebben we de taxi terug naar het hotel genomen en niet zoveel meer gedaan.

Zaterdag was een reisdag. Na het ontbijt nam ik afscheid van Marie-Anne, die later op de dag terug vloog naar Nederland. De vier weken zijn omgevlogen, al lijkt het tegelijkertijd een eeuwigheid geleden dat ik op Schiphol stond. Birma was absoluut de moeite waard met haar hartelijke, goedlachse bevolking. Ik hoop dat ze erin slagen om zichzelf te blijven ondanks de toenemende stroom toeristen en het geld dat die meebrengen. Dat het geen tweede Thailand wordt, maar dat de mensen dichtbij zichzelf blijven en nog lang in hun longy blijven rondlopen, rode pruimtabak kauwend met thanaka op de wangen gesmeerd.
Ik nam het vliegtuig naar Bangkok en ben meteen doorgereisd naar Nakhon Ratchasima, ten noordoosten van Bangkok. Ik had eigenlijk naar het Nationale Park van Khao Yai willen gaan, maar daarvoor was ik teveel reistijd in Bangkok kwijt geweest om van het vliegveld naar het busstation te komen. Daarom besloot ik onderweg de plannen om te draaien en eerst de Khmer tempels vanuit Nakhon Ratchasima te gaan bezoeken en dan te gaan wandelen in het nationale park. Ik was ’s morgens om half 8 vertrokken en was ’s avonds om kwart over 9 in het hotel in Nakhon Ratchasima aan. Daar ben ik eerst wat gaan eten. Doordat het reizen langer duurde dan verwacht had ik ruim 10 uur niet gegeten. Daarna heb ik niet veel meer gedaan. Het is even wennen: alleen reizen, een ander land, ander geld, andere bedragen, andere taal (Sawadee zeggen om mensen te groeten was niet zo’n probleem, maar het Thaise ‘khorkunka’ bekt toch minder lekker dan het Birmese ‘djeezoebee’ om iemand te bedanken) en ander eten. Inmiddels ben ik wel gewend aan alles.

Zondag ben ik met de bus naar Phimai gegaan. Dat was 5 kwartier rijden. In Phimai is een historisch park met een oude Khmerruïne. Deze was de moeite waard. Er is een theorie die zegt dat deze tempel ooit model heeft gestaan voor het veel grotere Angkor Wat, de beroemde Khmer tempel in Cambodja. Ik heb nog wat rond gelopen in he provinciestadje. Ik ben ruim 10 jaar geleden al eens in Thailand geweest en heb toen een leuke reis gehad, maar vond Thailand toen al erg toeristisch. De mensen waren helemaal gewend aan buitenlanders i.t.t. andere landen in Zuidoost Azië. Ik ben bewust naar dit gebied gegaan, omdat hier niet zoveel buitenlandse toeristen zijn. Slechts 1% van de buitenlanders komt in dit gebied. Hier zie ik Thai inderdaad nog verbaast opkijken als ze me zien. Ze zijn wat minder open en hartelijk dan de Birmezen, maar nog steeds vriendelijk en hulpvaardig. Eén van de andere bezienswaardigheden in Phimai was een grote banyanboom die uit meerdere stammen bestond. Het leek net een klein bos, maar was in feite één boom. Bijzonder.
Ik was halverwege de middag weer terug in mijn hotel en ben toen nog even de stad ingelopen. Er zijn niet heel veel spectaculaire dingen te zien, maar het was even leuk om de stad te bekijken. De belangrijkste dingen waren een monument midden in het centrum en een tempel met een grot waarin stalactieten en stalagmieten hingen. Heel apart. Verder heb ik niet veel meer gedaan.

Maandag heb ik eerst een Thais ontbijtje genomen. Het is niet mogelijk om in het hotel te ontbijten. Zondag had ik nog ergens westers ontbeten, maar de witte geroosterde broodjes met ei komen inmiddels mijn neusgaten uit. Daarom ging ik nu maar naar een lokaal tentje. Ik nam een bak rijst met een groentenprutje en wat vlees erin. Ik heb geen idee hoe het smaakte; het was zo pittig dat ik er niets van proefde. Het vulde in elk geval wel. Daarna heb ik het grootste Khmer complex in Thailand bezocht: in Phnom Rung. Dat was 2,5 uur bussen. Ik stapte niet bij een busstation uit. Dan is het altijd even afwachten of de conducteur je begrijpt en aan je denkt als je tegen hem zegt waar je uit wilt stappen. Dit keer ging dat goed. Ik stapte uit bij een halte op 15 km van het complex. Bij de bushalte stond een motertaxi die me verder kon brengen. De chauffeuse deed haar helm op. Voor mij was er geen helm. Van achter haar rug zag ik dat ze snelheden tot 75 km haalde. Op mijn racefiets rij ik beduidend langzamer en doe ik een helm op! Soms moet je maar niet teveel nadenken en gewoon genieten van de omgeving en de wind die door je haar waait. Het tempelcomplex leek op dat in Phimai dat ik zondag had gezien. Het blijft wel bijzonder om dit soort ruïnes te zien die 700 tot 1000 jaar geleden zijn gebouwd. Bovendien was dit gebouwd op een vulkaan van 200 m hoogte, waardoor er mooie uitzichten waren. Na een uurtje had ik het daar wel gezien. De motortaxi stond zoals afgesproken nog op me te wachten en bracht me terug naar de bushalte. Op de terugweg wilde ik nog naar Dan Kwian, een klein dorpje waar veel gepottenbakt wordt. In het dorpje waar ik uit de bus stapte kon ik de pottenbakkers niet vinden. Een vrouw zag me lopen en riep naar me. Ze sprak geen Engels, waardoor het lastig uitleggen was wat ik zocht. Er kwamen meer mensen bij. Toen bleek dat ik niet in het goede dorp was. De vrouw pakte spontaan haar brommer en bracht me naar de bushalte. Daar stond iemand die wel redelijk Engels sprak. Zij schreef in het Thais om een briefje waar ik naar toe wilde. Nu wees de buschauffeur de juiste plek om uit te stappen. Voor het binnengaan van het dorp stond een groot bord ‘kingdom of pottery’. Hier kon het echt niet missen waar ik naar toe moest. Er was een lange rij aan winkeltjes met een waanzinnige hoeveelheid potten, beelden en ander aardewerk. Sommige dingen waren echt mooi, andere dingen kitscherig, kinderachtig of gewoon niet mijn smaak. Een deel bleek overigens van cement gemaakt. Het was een leuke onderbreking van de busreis. Ik dronk er nog rustig een kop groene ijsthee en stapte toen weer op de bus richting het hotel. In het centrum stapte ik uit. Het was hier vandaag konningedag, maar daar was weinig van te zien, geen grote vrijmarkten of kinderspelen. Ik heb bij het hotel nagevraagd wat er ging gebeuren, maar daar kreeg ik niet echt een antwoord op. In de stad was vanmiddag in elk geval geen extra drukte. Ik liep langs de markt waar ik nog wat fruit kocht en ging toen terug naar het hotel.

Dinsdagmorgen heb ik heel rustig aan gedaan. Ik hoefde maar een paar uur te reizen om bij mijn volgende bestemming, het Khao Yai nationaal park, te komen. Voor het ontbijt ben ik naar een Thais restaurant gegaan waar ik een noedelsoep met kip en wat groenten heb genomen. Dit keer stonden de pittige sausjes op tafel. Ik heb ze onaangeroerd laten staan. Zo smaakte de soep prima. Rond half 11 ben ik naar het busstation gelopen. De bus deed er 2 uur over naar Pakchong en vandaar een taxi naar het Greenleaf Guesthouse waar ik wilde verblijven. Er was nog een kamer vrij, als ik tenminste een tour bij hen zou boeken. Dat was de reden dat ik dit guesthouse had uitgezocht en was dus geen probleem. Ik was om kwart over 2 in het hotel en kon meteen om half 4 mee met een tour. Toen ik tegen half 4 naar de verzamelplaatse liep wist ik niet wat ik zag: het zat vol met Europeanen. We gingen met 22 personen op stap. Ik had gedacht dat ik misschien wel de enige zou zijn, maar niets bleek minder waar! Waar komen al die mensen opeens vandaan?! We stapten in 2 pick-ups met bankjes. Al vrij snel spotte de gids een slang. We stopten en bekeken hem uitgebreid. We reden door naar een bron. Hier gingen we even zwemmen. Dat was best lekker. We reden naar een vleermuizentempel: een grot met daarin een altaartje, waar ’s avonds monniken kwamen. In deze grot zaten vleermuizen. Verder liet de gids ons een zwarte barracuda zien en een schorpioenspin. Tot slot reden we naar een grot waar bij zonsondergang de vleermuizen naar buiten vliegen. Wij stonden buiten te kijken. Er zaten 2 miljoen vleermuizen in de grot en het duurt 3 kwartier tot een uur voor ze allemaal uit de grot zijn. Een mooi gezicht. We wachtten nog even de zonsondergang af en reden toen terug naar het hotel. Daar zat het restaurant nu vol met westerlingen. Wel even omschakelen! Veel Fransen, Belgen, Duitsers, Italianen en wat Nederlanders. Een Belgisch gezin dat ook mee was op de tour kwam bij me aan tafel zitten, bij gebrek aan andere plaatsen. Met de ouders heb ik gezellig zitten kletsen.

Woensdag was een erg leuke dag in het nationaal park van Khao Yai. Dit staat op de werelderfgoedlijst van Unesco. Om 8 uur vertrok de tour. Er gingen 2 auto’s tegelijk weg van het guesthouse. We hebben het grootste deel van de dag in de auto gezeten: een overdekte pick-up met 2 bankjes in de bak waarop we met 2x 5 personen tegenover elkaar zaten. Toen we in het park waren, stopten we bij een uitzichtspunt waar we bloedzuigersokken kregen; deze moesten we over de sokken in de schoen dragen en dan over de broek heen. Niet erg charmant, maar wel prettig. De eerste dieren die we in het park tegen kwamen waren makaken. Zij leven in groepen van 60 tot 70. We zouden er de hele dag door verschillende langs de weg zien lopen. De eerste (en de laatste) keer zijn we gestopt, zodat we ze goed konden fotograferen. Een stukje verder zag de gids gibbons in een boom zitten. De gids had een grote verrekijker op statief bij zich, die hij op een gibbon richtte, zodat iedereen even kon kijken. Gibbons lopen op 2 poten en gebruiken hun armen voor de balans. Voor 97% leven ze in bomen, ze lopen nauwelijks. I.t.t. apen hebben ze geen staart. Ze krijgen elke 4 jaar een baby. De moeders leven tot wel 3 jaar met hun kind op de buik. Ze leven in kleine groepen van 5 tot 7 stuks. Boeiend dat de gids dit er allemaal bij vertelde. De eerste geplande stop was bij het bezoekerscentrum met een klein museum. Buiten was het boeiender. Er liepen wat herten en de gids zag een ‘waterdragon’ in een boom zitten: een groene reptiel op een tak tussen de groene bladeren. Deze was heel moeilijk te zien. In een andere boom zat een groene slang. We reden nog een stukje door om ergens te gaan wandelen. Het werd een wandeling van een kleine 2 uur door de jungle. In het park is droog woud en regenwoud. De wegen waren smal en af en toe glibberig, sommige delen baanden we ons een pad door het bos. De gids kwam al vrij snel met een schorpioen aanzetten. Deze was vrij groot en niet giftig. Hij kon op onze armen of gezicht worden gezet, zonder dat hij iets deed. Dat schijnt te komen, omdat wij warmer zijn dan hij en dan vindt hij het goed. Verder liet de gids ons een kaneelplant zien en liet hij ons bast van een boom ruiken die gebruikt wordt om te koken. We kregen halverwege een dichtgevouwen bananenblad met daarin wat kleefrijst en kokos. Erg lekker! Verder zagen we natuurlijk de nodige spinnen en rupsen. Toen we uitgewandeld waren was het tijd voor de lunch. We kregen een bak met rijst en wat gewokte groenten + tofu erin. Lekker! Die hebben we ergens op een steen rustig op zitten eten. Toen we weer in de pick-up zaten kwam de gids met een hoornsalamander aan. Ook weer leuk om te zien. Vanmiddag gingen we naar 2 watervallen, een wat bredere en een van meer dan 100 meter hoog. Geweldig om dat gebulder van het neerstortende water te horen en het water te zien opspatten. Ik ben daar even rustig zitten kijken en had er uren kunnen blijven zitten, maar we moesten door. De gids had nu een hagedis met vleugels gevonden; hiermee glijdt hij van de ene boom naar de andere. Ook weer heel bijzonder. We zagen nog één keer een grote groep makaken die ons de weg versperden. We reden nu naar gebieden waar olifanten zo rond 6 uur gaan oversteken. Deze hebben we helaas niet gezien, maar we kunnen niet alles hebben. Om 7 uur waren we weer terug bij het guesthouse.
Ik heb even gedoucht en ben naar het restaurant gegaan. Ik ben weer bij de Belgen gaan zitten. Zij gaan vandaag net als ik naar Ko Samet en we moesten nog uitzoeken hoe we daar moesten komen. Het is even afwachten hoe het op Ko Samet is. Op 27 juli is er een olieleiding gesprongen, waardoor er veel olie in een baai aan de west- en noordkant van het eiland terecht is gekomen. Dit is zich gaan verspreiden. De autoriteiten zeggen dat alles nu schoon is. Ik ben benieuwd. We verwachten dat de Oostkust wel schoon is, maar zeker weten doen we dat niet. Met de bus zouden we via Bangkok moeten en zeker 6 tot 8 uur aan het reizen zijn. De Belgen gingen vragen of er ander vervoer mogelijk was. Voor 5.000 baht (125 euro) kunnen we met een auto worden gebracht. Ze vroegen of ik mee ging voor 25 euro. Dat ga ik nu doen. De laatste dagen voor ik terug ga naar Bangkok ga ik dan aan het strand doorbrengen.

Bij de eerste verslagen heb ik wat foto's toegevoegd.

Groetjes,
Sigrid

  • 15 Augustus 2013 - 15:15

    Joke Kruiver:

    Hoi Sigrid,

    Wat een mooie reis ben je aan het maken. Is wel wennen weer om alleen verder te trekken als je 4 weken samen was. Maar het is je wel toevertouwd om in je uppie te reizen. Ik geniet van je leuke verhalen.
    Nog veel reisplezier.

  • 15 Augustus 2013 - 23:01

    Marja:

    Hoi nicht,
    Wat weer een mooie verhalen, erg leuk
    Geniet er nog ff van, dan doen wij dat ook( van jou verhalen)
    Groetjes Marja

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Sigrid

Actief sinds 21 Mei 2008
Verslag gelezen: 588
Totaal aantal bezoekers 132963

Voorgaande reizen:

07 Juli 2023 - 05 Augustus 2023

Sri Lanka

21 Juli 2022 - 20 Augustus 2022

Albanië

18 Oktober 2019 - 09 November 2019

Nepal

30 Mei 2019 - 14 Juni 2019

Taiwan

20 Juli 2018 - 02 September 2018

Ecuador & Colombia

21 Juli 2017 - 01 September 2017

Reizen door Zuid-Korea en China

14 Juli 2016 - 27 Augustus 2016

Brazilië

23 December 2015 - 02 Januari 2016

Van Istanbul naar Cappadocië

03 Juli 2015 - 15 Augustus 2015

Filipijnen en Molukken

21 December 2014 - 01 Januari 2015

Oman & Dubai

11 Juli 2014 - 10 Augustus 2014

De ruige hoogvlaktes van de Andes

25 December 2013 - 05 Januari 2014

Senegal & Gambia

13 Juli 2013 - 21 Augustus 2013

Birma en Thailand

23 December 2012 - 31 December 2012

Jordanië

21 Juli 2012 - 20 Augustus 2012

Langs de Pan-American Highway

25 December 2011 - 06 Januari 2012

Marokkaanse wandelreis

30 Juli 2011 - 30 Augustus 2011

India 2011

25 December 2010 - 01 Januari 2011

Tunesië

20 Juli 2010 - 16 Augustus 2010

Maleisisch Borneo 2010

20 December 2009 - 02 Januari 2010

Uganda 2009

08 Juni 2008 - 17 Augustus 2008

Van Turkmenistan naar Beijing

Landen bezocht: