De Banda-eilanden - Reisverslag uit Ambon, Indonesië van Sigrid Schweitzer - WaarBenJij.nu De Banda-eilanden - Reisverslag uit Ambon, Indonesië van Sigrid Schweitzer - WaarBenJij.nu

De Banda-eilanden

Door: Sigrid

Blijf op de hoogte en volg Sigrid

02 Augustus 2015 | Indonesië, Ambon

Hoi allemaal,

Zondagmorgen kwam ik om 7 uur op de luchthaven van Ambon aan. Ik nam een kamer in een soort bed & breakfast op 600 meter van het vliegveld. Michael, de eigenaar, heeft ook een infobalie op het vliegveld (m.u.v. zondag) en kon me van informatie voorzien. Michael gaf me een kop thee en ging zelf weg. Er bleek nog een gast te zijn: Fira, afkomstig van de Banda-eilanden. Zij kwam bij me zitten. Het was leuk om met haar te praten. Ze leerde me wat basiswoorden Indonesisch. Op Banda blijken ze woorden als straat, koelkast en mooi nog te gebruiken. Grappig. 's Middags ging ik een stuk lopen. Het was licht bewolkt. De omgeving was mooi. Mensen die me zagen, lachten me toe, zwaaiden of begroetten me vriendelijk. Ik vond het meteen leuk hier. De taallessen van Fira kwamen goed van pas. Toen ik donkergrijze wolken zag komen, realiseerde ik me dat ik er niet aan had gedacht om een paraplu mee te nemen, verwend door een week zonder regen. Toen de regen los barstte heb ik een bemo (minibusje) aangehouden. Deze was op weg naar Ambon, zo'n 30 km van het vliegveld vandaan. Bij het eindstation stapte ik uit. Ik moest 55 cent betalen en had bijna een uur in de bemo gezeten. Ik had geen idee waar ik was; ik was niet voorbereid op Ambon, en had wel alle info mee. Op goed geluk liep ik een kant op. Eerst een stukje over de markt, toen een straatje in. Ook nu groetten mensen me en keken me lachend aan. De stad is grauw en vervallen, qua architectuur is het niets. De regen maakte dat niet beter. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit zo'n lelijke stad heb gezien. De mensen maakten alles goed en zorgden ervoor dat ik met een grote glimlach rond liep. Ik zag een terras aan het water en ging daar een kop koffie drinken, zodat ik even rustig kon opzoeken waar ik was en wat ik hier wilde zien. Ambon is niet groot en heeft op zich weinig te bieden. Ik zag dat er een leuk café in het centrum moest zijn. Dat werd mijn doel. Met regelmatig vragen kwam ik er en zag ik meteen het belangrijkste deel van de stad. Ik zag opvallend veel mannen in shirts, petjes of jassen van het Nederlands elftal. Ik dronk wat in het café en liep daarna terug naar de markt waar ik uit de bemo was gestapt om terug te gaan naar mijn kamer.

Maandag zou ik een poging doen om naar de Banda-eilanden te gaan. De vlucht zat eigenlijk vol, maar Michael ging proberen of hij iets kon regelen. Fira en ik stonden om 5:15 uur klaar om opgehaald te worden. We gingen pas een half uur later weg. Ik liet het allemaal gebeuren en had het idee dat alles wel onder controle was. De check-in balie was nog gesloten toen we kwamen. De vlucht was met Susi-Air. Zij werken alleen met buitenlandse piloten. Volgens Michael is dat een pre, omdat de Indonesische piloten bij een beetje mist al weigeren te vliegen, waardoor er veel vluchten worden geannuleerd. Dat gebeurt bij Susi niet. Om 6:15 uur ging de balie open, het vliegtuig zou om 7 uur vertrekken. Fira checkte in en Michael sprak tegelijkertijd met de dame achter de balie. Toen hij bij mij kwam zei hij dat het wel goed zou komen. Als iedereen was ingecheckt zou ze voor mij een ticket uitschrijven. Voor het uitschrijven van mijn ticket was mijn paspoort niet nodig. Ik gaf het uiteindelijk, zodat ze mijn naam zonder spelfouten kon opschrijven. Ik kreeg wel wat bedenkingen. Ik vraag me af of ik op de passagierslijst stond, in elk geval niet voor anderen identificeerbaar. De vlucht duurde zo'n beetje anderhalf uur met een mooi uitzicht. Naast mij waren er nog 11 passagiers. We landden op Naira eiland, met daarop de hoofdplaats van de Banda-eilanden: Bandaneira. De Banda-eilanden staan bekend om de specerijen. Er stonden 2 mannen die eigenaar van een guesthouse zijn te wachten. Ik was de enige westerling aan boord. Ik zei dat ik een kamer aan zee wilde. Dat kon een van hen bieden. Achterop de brommer reed ik er naar toe. Ik zit nu in Dolfika 2 en ben de hele week de enige gast.

Ik ben 's morgens meteen even gaan zwemmen. Na de frisse duik ging ik het eiland wat verkennen. De belangrijkste plaats is Bandaneira met ca 900 inwoners. De mensen verplaatsen zich hoofdzakelijk met de brommer of te voet. Ik heb wat fietsen en een enkele auto gezien. Ik liep langs koloniale gebouwen uit de 17e eeuw, toen de Nederlanders hier nog zaten. Leuk om wat rond te lopen; ook hier groetten de mensen me veelvuldig. Ik werd aangesproken door een man die vroeg of ik zijn school wilde zien. De kinderen kwamen pas om 15:00 uur. Het was meer een naschoolse opvang. Er lagen wel wat leerboeken, maar er waren geen tafels of stoelen. De kinderen moesten op de grond zitten. De man wilde me graag het christelijke kerkhof laten zien en de tuinen. Ik ging met hem mee, achterop de brommer. De man vertelde dat hij een project heeft opgezet om afval uit de zee te halen. Tot 2018 krijgt hij hiervoor overheidssteun. Afval vormt een probleem op de eilanden, er is veel zwerfafval waarvan een deel in het water beland, en mensen gooien hun afval in het water. Hij heeft 25 afvalbakken op het eiland neer kunnen zetten. We reden eerst naar de ruïnes van fort Nassau, dat de Nederlandse admiraal Verhoeven in 1608 had laten bouwen. Daarna reden we naar het kerkhof met veel grafstenen met Nederlandse tekst. Sommigen dateerden nog uit de 18e eeuw, met mensen geboren in Amsterdam of Groningen. Bijzonder. Het kerkhof was overwoekerd door planten. Naar de oude graven zal niet veel meer worden omgekeken. Af en toe komen er nog Nederlanders op zoek naar een spoor van hun voorouders. We reden over de start-en landingsbaan door naar de 'perken', ook een overblijfsel uit de tijd dat de Nederlanders hier de dienst uit maakten. Perkeniers (grondeigenaren) hadden hun eigen perk. Later is de grond verdeeld over de bevolking. Het was mooi om hier doorheen te rijden. De weg was smal en zat vol kuilen. De tuinen waren dicht begroeid en stonden vol met bomen met nootmuskaat, amandelen, kruidnagel, jackfruit, bananen, kokosnoten, papaja, mango, kaneel of cassave. Af en toe stopten we even om het uitzicht te bekijken. We reden terug naar de school waar nu wel kinderen waren die zaten te tekenen of buiten speelden. Ik bleef nog even naar de kinderen kijken en liep toen terug naar het hotel. 's Avonds heb ik lekker op het terras voor mijn kamer zitten lezen.

Dinsdag was een heerlijke dag. Na het ontbijt liep naar fort Belgica. Maandag was dat gesloten, nu kon ik er wel in. Vanaf de uitkijktorens was er een mooi uitzicht over de omgeving. De sleutelman gaf aan dat ik nog even door de tuin moest lopen. Dat deed ik. Bij een huis waren wat mensen nootmuskaatnoten uit de pels aan het halen. Leuk om dat te zien. De sleutelman wees me nu weer de weg. Ik kwam recht voor een van de scholen van de leraar van maandag terecht. Hij zag me en nodigde me uit voor een kop kaneelthee. Hij vertelde dat hij de sleutelman gevraagd had om het hek naar het fort te openen, zodat ik erin kon. Hij liet me zijn verzameling munten zien. Er zaten VOC munten tussen uit begin 1700. Ik dronk mijn thee op en vertrok weer. Via de markt liep ik terug naar mijn kamer. In de loop van de middag ben ik weer op pad gegaan. Ik wilde het eiland buitenom lopen. Er loopt bij het hotel een muur om het eiland waarover je kunt lopen. Zoals altijd hier, werden mijn plannen verstoord door de lokale bevolking. Dit keer sprak een man me in het Nederlands aan. Hij was een aantal jaren geleden begonnen om Nederlands te leren en wilde het praten oefenen met toeristen. Hij was niet altijd even duidelijk. Hij had de taal geleerd door Nederlandse boeken te lezen, veel over de geschiedenis hier. Gelukkig sprak hij wel goed Engels. We liepen een klein rondje en na een half uur nam hij afscheid van me. Ik vervolgde mijn weg over de muur. Als ik niet verder kwam, liep ik een stukje door een dorp, over kleine paden, niet altijd geasfalteerd, en waar zeker niet dagelijks toeristen komen. Leuk was weer het contact met de mensen. Het was laag water en er waren veel mensen op het droge dat bij vloed onder water staat, zeewier aan het zoeken. Ik kwam uit bij een steiger naast de start- en landingsbaan. Daar ging ik even zitten genieten van de mooie omgeving. Na een tijdje stond ik op om langzaam terug te lopen richting hotel. Een man kwam me op de pier tegemoet en sprak me aan. Hij was leraar Engels en hij vroeg of ik bij hem thuis een kop thee kwam drinken. Ik verbaas me al nergens meer over en stemde toe. Genieten doe ik wel van dit soort dingen! Hij stelde zich voor als Man (dat bleek een afkorting van Abdurahman). Hij heeft en zus in Utrecht en is jaren geleden bij haar op bezoek geweest. Hij liet de foto's van dat bezoek zien. Hij pakte een dominospel in kaartvorm en begon dat ongevraagd te spelen. Hij wilde me nog kaneelbomen laten zien. We reden naar de tuinen waar ik maandag ook was geweest en stopten bij een huis. De man die me van alles over kaneel had kunnen vertellen, was niet thuis. We reden nog langs wat mooie plaatsen. Toen de zon onder begon te gaan bracht Man me terug naar het hotel.

Man zou woensdag met me mee gaan naar Pulau Banda Besir, het grootste eiland van Banda. Ik had om 10 uur afgesproken met Man. Hij kwam om 9 uur langs en zei dat hij dat niet ging redden, omdat hij langer les moet geven dan hij dacht. Het werd 12 uur. Ook goed. Om kwart voor 12 ging ik naar de steiger waar de boten vertrekken. Man kwam pas om half 1. We namen de boot naar Walang, een dorp op Pulau Banda Besar, het nootmuskaateiland. Dat was ongeveer een kwartier varen. We liepen van Walang naar Lontoir, de hoofdplaats van het eiland. Daar waren 2 diepe waterputten. Het water van de ene put wordt gebruikt als drinkwater, dat van de andere om kleding mee te wassen en om te douchen. Het hele dorp haalt hier zijn water vandaan. We liepen door een plantage. Dit is de tijd dat de nootmuskaat en de kruidnagels klaar zijn. Overal lag kruidnagel te drogen. Zij komen groen uit de boom en moeten drogen tot ze bijna zwart van kleur zijn. De geur van kruidnagel kwam me overal tegemoet. We liepen naar het strand. De golven waren te hoog om te gaan snorkelen. We speelden even domino en kletsten wat. Daarna liepen we door naar de overblijfselen van fort Hollandia uit de 17e eeuw. Daar was weinig meer van over. Ten slotte liepen we naar de Nederlandse begraafplaats met oude grafstenen in het Nederlands. We liepen terug naar de haven en namen de boot terug. We zaten op het dak, omdat je daar het minst nat wordt. Als je beneden gaat zitten, komt er nog wel eens een golf water naar binnen. Man wilde nog van alles met me gaan doen. Dat wimpelde ik af. Ik wilde nog wat andere eilanden zien en dat kon ik wel alleen en ik had geen zin om me vast te leggen. Het was wel prettig dat hij er die middag bij was om de weg te wijzen en wat uitleg te geven. Terug op Banda Naira nam ik afscheid van Man en ging naar mijn hotel.

Donderdag ben ik meteen na het ontbijt naar steiger gelopen om te informeren naar boottijden. Dat klinkt makkelijker dan het is. Er is geen loket. Langs de steiger liggen boten en daar moet je een beetje rond vragen. Niemand spreekt Engels. Ik had wat dingen in het Bahasa op papier gezet. Ik wilde het liefst naar Pulau Run en daar een nacht blijven. Er zou om 10 uur een boot komen. Mijn bagage kon ik in mijn kamer laten staan en de sleutel mocht ik meenemen. Ik pakte mijn spullen en zorgde dat ik op tijd bij de steiger was. Daar ging ik rustig zitten. Verschillende mensen vroegen waar ik naar toe wilde en ik vertrouwde erop dat iemand me wel op de juiste boot zou wijzen. Er kwam een vrouw die naar hetzelfde eiland ging. Helemaal makkelijk. Zij ging helaas ook weer weg. Rond half 11 lagen er wat nieuwe boten en ging ik daar vragen. Het zou 11 uur worden. Ik kocht een pak koekjes, als een soort verjaardagstaart, die ik hier niet ga vinden. Ik zat rustig op een steiger te wachten. Een man zei dat de boot naar Run pas morgen gaat. Ik besloot het nog even af te wachten. Om 11 uur kwam er een boot aanvaren. Twee mannen wezen me er onmiddellijk op dat ik die moest hebben. De boot bleek pas om 13:00 uur te vertrekken. Dat was nog bijna 2 uur. Ik ging terug naar mijn hotel waar ik lekker kon zitten. Om kwart voor 1 ben ik weer naar de steiger gelopen. Om 1 uur kwam er actie bij de boot. Toen moest er eerst nog een zeil worden gespannen als dak en moest er brandstof worden toegevoegd. Dat terwijl de boot er al 2 uur lag. Het was bijna half 2 voor we vertrokken. Ik zat lekker buiten op het dak. Het was vandaag voor het eerst slechts heel licht bewolkt, de zon en blauwe lucht hadden de overhand. Het was 2 uur varen naar Pulau Run. Toen we aanlegden stond Abdullah, de eigenaar van Homestay Manhattan waar ik wilde overnachten, al te wachten. De homestay was direct naast de steiger. Ik kreeg eerst een kop kaneelthee met gebakken banaan. Heerlijk! De vrouw des huizes heet Van den Broeck en is dus van Nederlandse afkomst. Ik wilde nog even zwemmen en liep naar het strand. Het was weer erg laag water waardoor ik zeker 100 m moest lopen over een scherpe ondergrond, geen pretje. Het was net alsof ik op een spijkerbed liep. Ik zwom een stuk langs een steile wand met koraal. Ik had in het ondiepe al zeesterren gezien. Ik zwom een stukje en liep toen voorzichtig terug naar de kant. De zon ging al onder. Ik liep terug naar de homestay. Nadat ik had gedoucht ging ik buiten zitten lezen. Ik werd al snel gehaald voor het eten. Ik zat alleen aan tafel, de familie at in een ander vertrek. Ik kreeg gestoomde rijst, vis, groenten in een soep en een gebakken ei met een pittig sausje erbij. Erg lekker. Na het eten zat ik buiten nog wat te lezen.

Het nadeel van reizen in Islamitische landen is dat je er bijna niet aan ontkomt dat er een moskee dichtbij je hotel zit, waardoor je 's morgens om kwart voor 5 wordt gewekt door de oproep tot gebed. Dat was vrijdag dus ook het geval. Vervolgens leek het wel of alle hanen van het eiland begonnen te kraaien en kwam het eiland tot leven. Ik viel niet meer in slaap. Om 7 uur stond ik op. Als ontbijt kreeg ik gebakken banaan en kaneelthee. Er gaat op vrijdag geen boot, omdat iedereen naar de moskee moest. Ik moest dus nog een nacht blijven, wat op zich niet erg was. Abdullah had gezegd dat hij om 9 uur met me naar de ruïnes van een Brits fort zou gaan. We gingen al om kwart over 8 op pad. Wel lekker, want nu was het nog niet zo warm. We liepen een stukje door het dorp omhoog en vervolgens door een bos met de inmiddels bekende kruiden- en fruitbomen. Dit waren allemaal tuintjes van mensen van het eiland. Run heeft slechts een dorp en heeft zo'n 2000 inwoners. Er is geen gemotoriseerd vervoer op het eiland, alles gaat te voet of met de boot. Het fort stelde niet zo heel veel voor. De wandeling was wel leuk. We liepen via de kruidentuin van Abdullah terug. Hij heeft 3 ha grond waar hij vooral nootmuskaat- en kruidnagelbomen heeft staan. Abdullah is een hele lieve, aardige man. Hij spreekt een beetje Engels, beter dan ik Bahasa spreek. Na ca 2 uur waren we weer terug. Ik heb de rest van de ochtend zitten lezen in de schaduw voor het huis. Abdullah zou vanmiddag met me mee gaan naar een mooi strand. Ik kreeg al om half 12 mijn lunch. Deze was weer heerlijk. Abdullah ging naar de moskee en ik ging zitten lezen.

Om half 4 gingen we naar het strand. Abdullah had gewacht tot het water iets lager werd, zodat er een strook land vrij kwam om over te lopen. Hij liep op blote voeten over de puntige rotsen, ik was blij met mijn slippers. Het was een half uurtje lopen naar de andere kant van het eiland. Toen we op het strand tegenover Neilaka eiland waren, ben ik gaan zwemmen. De verleiding was groot om naar het eiland te zwemmen, maar Abdullah zei dat de golven te hoog waren en ik besloot naar hem te luisteren. Het water was nog beduidend hoger dan gisteren, waardoor ik vrij snel kon gaan zwemmen. Ik zag wat koraal, maar wilde niet te ver gaan, omdat er op me werd gewacht. We liepen weer terug naar huis. Het water was nu echt een stuk lager, waardoor het veel makkelijker liep dan op de heenweg. Ik heb verder niet veel meer gedaan.

Zaterdag zou de boot terug naar Bandaneira om 8 uur vertrekken. Vanaf half 8 liepen de eersten bepakt en bezakt de steiger op. Toen wij tegen 8 uur die kant op gingen, zagen we dat er nog weinig actie was. We gingen weer terug. Vanaf het huis van Abdullah hadden we zicht op de steiger. Om kwart over 9 kwam er beweging. Balen met kruidnagels en nootmuskaat werden aan boord getild. Ik ging ook die kant op. Het was uiteindelijk 10 uur dat we vertrokken. Je moet hier de tijd nemen om te reizen en het maar nemen zoals het is. Ik zat weer op het dak, lekker in het zonnetje. Om kwart over 12 legden we weer aan in Bandaneira. De rest van de dag heb ik weinig meer gedaan. Voor het eerst deze reis ben ik een uurtje in de zon gaan zitten op het terras voor mijn hotelkamer. Ik wilde nog 2 dingen regelen en die zijn beide niet gelukt: geld. De ATM accepteert mijn pas niet en de bank was gesloten. Daarnaast moet ik nog weg zien te komen van dit eiland. Er gaat maandag een vlucht naar Ambon, die ik graag zou nemen. Deze zit al vol. Mijn hotelbaas heeft de afgelopen dagen nog navraag gedaan, maar zonder succes (de eerste mogelijkheid is 12 augustus). Plan B is de boot naar de Kei-eilanden, 12 uur varen. Deze moeten heel mooi zijn, maar liggen wat verder weg. Ik had deze eigenlijk geschrapt, maar als het de enige manier is om hier weg te komen, ga ik toch. Plan C is een boot naar Ambon op 7 augustus, maar dan zit ik nog 4 dagen langer hier vast en ik wil wat meer zien. Geld is nog wel een uitdaging: de boot vertrekt maandag voordat de bank open gaat en ik heb niet genoeg Indonesisch geld om zowel de boot als het hotel te betalen. Dat lost zich wel op, al weet ik nog even niet hoe. Volgende week meer (hopelijk vanaf een andere locatie).

Groetjes,

Sigrid

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Sigrid

Actief sinds 21 Mei 2008
Verslag gelezen: 2548
Totaal aantal bezoekers 132975

Voorgaande reizen:

07 Juli 2023 - 05 Augustus 2023

Sri Lanka

21 Juli 2022 - 20 Augustus 2022

Albanië

18 Oktober 2019 - 09 November 2019

Nepal

30 Mei 2019 - 14 Juni 2019

Taiwan

20 Juli 2018 - 02 September 2018

Ecuador & Colombia

21 Juli 2017 - 01 September 2017

Reizen door Zuid-Korea en China

14 Juli 2016 - 27 Augustus 2016

Brazilië

23 December 2015 - 02 Januari 2016

Van Istanbul naar Cappadocië

03 Juli 2015 - 15 Augustus 2015

Filipijnen en Molukken

21 December 2014 - 01 Januari 2015

Oman & Dubai

11 Juli 2014 - 10 Augustus 2014

De ruige hoogvlaktes van de Andes

25 December 2013 - 05 Januari 2014

Senegal & Gambia

13 Juli 2013 - 21 Augustus 2013

Birma en Thailand

23 December 2012 - 31 December 2012

Jordanië

21 Juli 2012 - 20 Augustus 2012

Langs de Pan-American Highway

25 December 2011 - 06 Januari 2012

Marokkaanse wandelreis

30 Juli 2011 - 30 Augustus 2011

India 2011

25 December 2010 - 01 Januari 2011

Tunesië

20 Juli 2010 - 16 Augustus 2010

Maleisisch Borneo 2010

20 December 2009 - 02 Januari 2010

Uganda 2009

08 Juni 2008 - 17 Augustus 2008

Van Turkmenistan naar Beijing

Landen bezocht: