Van Zuid-Korea naar China
Door: Sigrid
Blijf op de hoogte en volg Sigrid
24 Augustus 2017 | China, Harbin
Dit is het verslag dat ik al per e-mail heb verstuurd. Ik heb er foto’s aan toegevoegd.
Ik zit inmiddels al lang en breed in China. Jullie hebben nog een dag Zuid-Korea van me tegoed. Donderdag werd een regenachtige dag. Mijn eerste doel was de War memorial of Korea, een gigantisch groot museum met daarin alles over de Korea-oorlog van 1950-1953 en alles over de oorlogen daarvoor vanaf de 7e eeuw. Dat was waanzinnig interessant en indrukwekkend, met name de Korea-oorlog waar ik nog weinig van wist. Het museum is mooi opgezet met foto’s, voorwerpen, korte films, animaties en 3D en 4D-presentaties. Ik heb er meer dan 3 uur rond gelopen. Mijn volgende bestemming was Jongmyo, een heiligdom in confuciaanse stijl dat gelegen is in een mooi park. Even heel wat anders. Ik was daar om 15:00 uur. Je kon daar alleen onder begeleiding van een gids naar binnen en de volgende Engelse rondleiding was om 16:00 uur. Ik liep het wijkje in, waar allemaal sieradenwinkeltjes waren, en dronk ergens een kop thee. De rondleiding duurde een uur. De gids sprak duidelijk Engels en had een goed verhaal. Zo werd ook dit een interessant bezoek. Als laatste ging ik naar Cheong-gye-cheon. Dat is een lange stroom die van oost naar west door centraal Seoul stroomt. Er staan bomen en struiken langs de oever. Oorspronkelijk gebruikten vrouwen de stroom om kleding te wassen en speelden de kinderen er in. Dat laatste gebeurt nog steeds en mensen gaan er pootje baden. Over de stroom zijn veel bruggetjes. Het regende nu, maar er was niet veel inbeeldingsvermogen voor nodig om te zien dat het hier met mooi weer erg gezellig kan zijn. De stroom lag wat dieper dan de weg. Naast de weg stonden moderne wolkenkrabbers en was er veel verkeer. Een mooi contrast zo midden in de stad. Ik liep een stuk langs de stroom. In de buurt naast de stroom heb ik een restaurantje gezocht voor het avondeten om daarna terug te gaan naar het hotel.
Korea heeft me wel positief verrast. Ik had niet verwacht dat het zo makkelijk zou zijn om er rond te reizen. Er staat veel meer in het Engels aangegeven dan ik had verwacht en meer mensen spreken Engels dan ik had gedacht. Daarnaast zijn de mensen erg vriendelijk en hulpvaardig en voelt het heel erg veilig hier. Qua natuur is Korea in deze tijd van het jaar erg groen. Verder zijn er veel mooie parken met goede wandelmogelijkheden. Het openbaar vervoer en het logistiek netwerk zijn goed. Doordat het land niet zo groot is zijn de afstanden klein, wat het prettig maakt om hier te reizen. Wat ook erg fijn is als je er reist is dat er overal toiletten zijn, schoon en gratis. Eigenlijk kan ik iedereen aanraden om het land een keer te bezoeken!
Vrijdag had ik om 12:30 uur een vlucht naar Beijing. Een kwartier voor we in Beijing zouden aankomen kwam er een bericht dat we daar niet konden landen vanwege het weer en dat we moesten uitwijken naar Ji’an. Daar stonden we een uur, toen werd er omgeroepen dat er nog even getankt moest worden en dat we daarna zouden vertrekken. Iedereen was redelijk gelaten. Ik zat rustig te lezen. Het was nog 50 minuten vliegen. Om 10 voor 4 kwamen we in Beijing aan. ’s Avonds heb ik nog een stukje door de stad gelopen om alvast sfeer te proeven. Dit is een hele andere stad dan Seoul, dat veel gelikter is. Dit leeft meer, is chaotischer, de gebouwen zijn wat meer vervallen e er is continue geluid door het getoeter van – vooral - brommertjes en fietsen die overal tussendoor glippen. Heerlijk! Waren er in Zuid-Korea veel fietspaden we weinig fietsers, is het hier andersom: veel fietsers en geen aparte fietspaden. De fietsers zoeken een weg door het verkeer zonder zich al te veel van de regels aan te trekken. Het begon helaas heel hard te regenen en voor het eerst had ik mijn paraplu niet bij me. Ik schuilde bij een koffietentje waar ik meteen mijn avondeten nam in de vorm van wat koffiebroodjes. Geluk bij een ongeluk was dat er op steenworp afstand een metrostation was. Die nam ik terug naar het hotel, dat op ca 50 m van de metro ligt. Dat scheelde een nat pak!
Zaterdag regende het (nog steeds?) pijpenstelen. Ik had niet zo’n haast om weg te gaan. Na de vorige bezoeken aan Beijing stonden er nog 2 dingen op mijn lijstje: fietsen door de stad en naar het zomerpaleis. Ik had dat willen combineren. Met dit weer besloot ik dat even te skippen. Ik liep naar het plein van de Hemelse Vrede. Af en toe regende het echt te hard en school ik ergens. Echt leuk was het niet. Ik ben daar maar heel even geweest en besloot toen de metro te nemen Chaoyangmen, waar ik vrijdagavond een kop koffie had gedronken. Ik nam een willekeurige uitgang en kwam uit in een groot modern gebouw met in de kelder veel eettentjes. Na de koffie heb ik daar meteen geluncht. Toen ik weer buiten kwam, zag ik dat het droog was. Ik besloot alsnog naar het zomerpaleis te gaan. In tegenstelling tot de laatste keer dat ik in Beijing was (in 2008) reed er nu een metro naar het zomerpaleis. De Olympische Spelen hebben voor Beijing in elk geval een goed metronetwerk opgeleverd. Ik was al gewaarschuwd dat het er druk zou zijn. En dat was het! Gelukkig verspreidde de mensenmassa zich ook wel weer. Het paleis is gebouwd aan het Kunming meer. Om het meer lagen ook nog wat pagodes en er was een schiereilandje in het meer. Ik bekeek eerst het paleis dat tegen een heuvel was gebouwd. Dit is natuurlijk prachtig. De keizer woonde hier vroeger als het in de zomer te warm was in zijn verblijf in de verboden stad. Toen ik het paleis gezien had liep ik rond het meer, de brug over naar het schiereiland. Daarna vond ik het wel genoeg. Ik ging op een andere plek naar buiten dan ik binnen was gekomen. Daar was geen metro station. Ik heb daar behoorlijk naar lopen zoeken. Bij de bushaltes hangt een plattegrond van de stad in het chinees. Daar vroeg ik in mijn beste Chinees aan 2 mensen ‘waar is’ en gebaarde ‘hier’. Zij antwoordden in het Engels en vertelden dat ik de bus moest nemen naar de metro. Al met al ging ik om 5 uur weg bij het zomerpaleis en was ik om half 7 in de metro. Ik reed weer naar Chaoyangmen, daar was het inmiddels vertrouwd. Daar at ik ergens een bord rijst met wat groenten, gebakken ei en rundvlees voor ik terug ging naar het hotel.
Zondag nam ik de bus naar Chengde, zo’n 3 uur rijden (ca 220 km). Ik vroeg bij de receptie van het hotel nog even om in het Chinees om te schrijven ‘bus naar Chengde’. De Chinese tekst werkte perfect, mijn uitspraak is niet altijd even goed. Dit was duidelijk. De rit was comfortabel. Om 13:10 uur kwam ik bij het busstation van Chengde aan, dat mooi gelegen is tussen de bergen. Onderweg hadden we nog een keer een sanitaire stop gemaakt. Toen ik de wc-ruimte binnen kwam herinnerde ik me de urinelucht in dit soort ruimtes weer van eerdere China reizen. Bij een deel van de wc was geen deur. Ik zocht er een op waar wel een deur was, toch iets prettiger. In Chengde had ik 2 opties: me met een taxi op 50 meter van het hotel af laten zetten of de lokale bus nemen. Ik koos voor de uitdaging optie 2. De eerste vraag was waar de lokale bus vertrok. Die vraag konden een paar tieners beantwoorden toen ik hen de Chinese vertaling van ‘lokale bus’ uit de reisgids liet zien. Ik kon bus 1 of 29 nemen. Bus 1 kwam er aan. Ik vroeg of die naar de bushalte ging waar ik uit moest stappen. Ik zag alleen maar vraagtekens op de gezichten. Dat lag ongetwijfeld aan mijn hopeloze uitspraak van het Chinees. Ik stapte weer uit. Nog een minuut later kwam bus 29. Nu zei wel iemand dat ik goed zat. Ik stapte in. De vrouw die had gezegd dat ik die bus kon nemen, stapte al snel uit. Ik zag geen enkele aanwijzing dat ik er was, toen de bus bij de eindhalte was. Ik stapte uit. Een jongen die ook in de bus had gezeten sprak wat Engels en vroeg waar ik naar toe moest. Hij woonde hier zelf ook niet en vroeg het bij iemand na. Hij wilde wel mee lopen en verzekerde me dat hij daar wel tijd voor had. Prima. We liepen langs het zomer resort, de grote trekpleister hier. Hij suggereerde om er naar binnen te gaan. Ik zei dat ik naar mijn hotel wilde. Vervolgens wilde hij naar de curiositeitenmarkt en weer naar het zomer resort. Zijn Engels was niet bijster goed. Ik gaf aan dat ik echt naar het hotel wilde. Toen zei hij dat hij dat niet had begrepen. Hij bleek geen idee te hebben waar het hotel is. Gelukkig waren we er vlakbij. Ik nam afscheid van de jongen. Ik heb nog een wandeling door de stad gemaakt (700.000 inwoners). Die ziet er rond de ingang van het zomer resort gezellig uit. Er was een soort park waarin veel mensen aan het bewegen waren: kinderen waren aan het trampolinespringen en skaten, vooral oud, maar ook jong hing aan de outdoor fitness rekken en wat ouderen waren aan het tafeltennissen. Anderen zaten in de schaduw te kaarten. Goed om dit te zien. Ik liep een stuk langs de rivier en liep via de straat terug langs wat restaurants en winkels. Ik liep over een groot plein met terras en aan de zijkant kraampjes waar eten gekocht kon worden, een mooie plek voor het avondeten. In het hotel was een gezellige gemeenschappelijke ruimte. Daar ging ik zitten internetten. Niet alleen worden Twitter en Facebook hier geblokt, maar ook googlen gaat hier niet. Ik ben overgeschakeld op een andere zoekmachine. Mijn gmail wordt soms wel binnen gehaald en ook soms niet. Soms lukt het wel op mijn netbook en wordt de mail op mijn telefoon niet gesynchroniseerd. Versturen van mail via gmail is me nog niet gelukt. Daar moet wel een manier voor zijn, maar daarvoor ontbreekt bij mij de kennis. Kaarten laden op google maps lukt dus ook niet meer. Ook dat is China.
Maandag ben ik naar het zomer resort gegaan, de reden voor toeristen om naar Chengde te komen. Het was er dan ook loeidruk, niet leuk meer. De rijen hier zijn een goede assertiviteitstraining: als je je lichaam er af en toe niet tussen duwt of je ellenboog er even voor zet, sta je bij sluitingstijd nog voor het loket te wachten om een kaartje te kopen. Meteen na de ingang stond een paleis, dat bestond uit meerdere gebouwen. Hier gingen de keizers vroeger naar toe om aan de hitte van Beijing te ontsnappen. Ik vond het vreselijk: veel te veel mensen. Een goed beeld van de gebouwen heb ik daardoor niet gekregen. Verder stond alles achter glas. Daar dromden de Chinezen zich voor om een foto te maken. Sommige namen van eenkamer vol met klokken van elke klok een foto! Bloedirritant. Ik heb daar mijn camera niet eens uit mijn tas gehaald. Achter het paleis lag een hele grote, mooie tuin rondom een meertje. Daar waren veel paden waardoor de massa zich verspreidde. Hier kon ik wel van genieten. Ik liep om het meer heen. In het park stond nog wat paviljoens en prieeltjes. Ik volgde een pad bergop en kwam bij een pagode boven op de berg terecht met uitzicht over het complex en een deel van Chengde. Aan het eind van het park stond nog een boeddhistische tempel die 9 verdiepingen hoog is. Ik ben uiteindelijk ruim 3 uur binnen geweest. Daarna liep ik een groot winkelcentrum binnen. Dat was wel even leuk en lekker koel. Ik ben de rest van de middag bezig geweest met kijken wat ik hierna het beste kan gaan doen. Daar kwam ik niet zo goed uit. Ik besloot om mijn reis om te keren en eerst met de trein naar Harbin te gaan en vandaar rustig terug te reizen naar Beijing.
Dinsdagmorgen ben ik een aantal tempels gaan bezoeken die net buiten Chengde liggen. Bij het hotel schreef iemand de namen weer op in het Chinees. Ik nam de bus naar de Putuozongcheng tempel. De chauffeur vertelde me netjes dat ik moest uitstappen. Deze tempel is de Potala in het klein (het winterpaleis in Lhasa, de hoofdstad van Tibet, waar de Dalai Lama heeft gewoond) en verraste me in positieve zin. De belangrijkste tempel lag hoog tegen een heuvel en het was mogelijk om helemaal naar boven te gaan waar een mooi uitzicht over het complex en de omgeving was. Ik wilde daarna naar de Puning Tempel. Een Chinees liet me op zijn telefoon zien waar deze was en adviseerde me een taxi te nemen, omdat het te ver was om te lopen. Ik had vanuit de bus al borden gezien en wist dat het niet meer dan 2,5 km kon zijn en besloot te gaan lopen. Het was één keer linksaf slaan, dat kon niet mis gaan. Het 25 minuten lopen. Ook deze tempel was mooi; hier was het een stuk rustiger. Veel mensen staken een kaarsje aan. Er hing een mooie, serene sfeer. Hier lag de nadruk wat meer op het boeddhisme en minder op een toeristische attractie. In de hoofdtempel stond een ruim 22 meter hoog houten boeddha beeld met 42 armen. Er wordt geclaimd dat dit de hoogste boeddha ter wereld is, al heb ik het idee dat ik die claim bij eerdere boeddha’s ook wel heb zien staan, maar misschien was dat dan weer de hoogste bronzen boeddha o.i.d. Hoe dan ook, het beeld met de 2 bijna even grote beelden ernaast was imposant. Ik nam de bus terug naar het hotel. Daar checkte ik uit. Ik had geen zin om in de brandende zon 20 minuten met volle bepakking te gaan lopen en dan bezweet en wel nog 1500 km te moeten reizen en nam dit keer de taxi naar het busstation. Ik had geluk. Er stond een bus op het punt om naar Beijing te gaan. Ik wilde ’s avonds om 21:15 uur een trein nemen die om 7:10 uur in Harbin, in het Noordoosten van China, zou aankomen. Op het stationsplein stonden lange rijen voor loketten. Nergens ook maar een woord Engels te vinden. Ik ging in de rij staan. Toen ik aan de beurt was, bleek dat dit de rij was om in te checken. Het kaartjesloket was een stukje verderop. Dat had ik snel gevonden. Hier weer lange rijen. Gelukkig ging het allemaal wel vrij vlot. De trein die ik had willen nemen, bleek al vol te zitten. Er ging later op de avond nog wel een langzame trein, vertrek 22:36 uur, aankomst 19:25 uur. Ik wilde naar Harbin en nam deze trein. Ik had geen zin om nog een hotel in Beijing te moeten zoeken. Ik kon de dame bij het loket niet goed verstaan, maar begreep iets van staplaats en dacht dat ik dat wel verkeerd verstaan zou hebben. Ik wist inmiddels dat ik nu in de rij moest om in te gaan checken. Bij een supermarkt kocht ik snel wat eten en water voor onderweg. Per perron was er een wachtruimte waarin op grote borden stond aangegeven, wanneer je naar het perron kon gaan. Duidelijk en goed georganiseerd, ook zonder Engelse tekst. Ik bleek de lokettiste toch goed te hebben verstaan: ik had geen zitplaats in de trein en moest gaan staan. Dat klinkt erger dan het was. Ik ging op een vrije plek zitten en wachtte dan tot er iemand zijn plekje kwam opeisen. We stopten diverse keren en niet elke plaats was elke keer bezet. Het werd wel een bijzondere ervaring. In eerste instantie kon ik af en toe een uurtje zitten en wat slapen en moest ik daarna weer staan. Er waren mensen die onder de zittingen van de stoelen gingen liggen slapen. Ondertussen liepen er continu mensen door de wagon naar de wc, met een karretje om van alles te verkopen of op weg naar de restauratie wagen. Op het hoogtepunt waren er ca 125 mensen in de wagon met 106 zitplaatsen. Het was een niet-rook coupé, maar dat weerhield een aantal mannen er niet van om midden in de trein te gaan zitten roken en niemand die er wat van zei. Ik had de neiging om dat wel te doen en zag er toch maar vanaf. Ik zou waarschijnlijk midden in mijn gezicht worden uitgelachen. Er was een man die zijn rochels uitspuugde op de vloer in het toilet, en verder viel het gedrag van de Chinezen erg mee. Er werd weinig gerocheld en geboerd. Aan het begin van de wagon waren 2 plaatsen voor mensen met een rolstoel. De kans dat die plaatsen werden verkocht was erg klein. Voor die stoelen was wat meer ruimte. Hier zaten wat mannen die een viskrukje hadden mee genomen. Zij gingen af en toe roken of wilden even de benen strekken en lieten mij dan zitten. Zo werd ik meegenomen in hun roulatiesysteem, afwisselend staan, viskruk en stoel. Die mannen reisden niet allemaal samen, maar als je een flink aantal uur met elkaar op een paar vierkante meter zit, schept dat vanzelf een band en waarom zou je het dan ook niet een beetje gezellig maken. Van slapen kwam niet heel veel terecht. Af en toe dommelde ik even in zittend op een viskrukje. Ergens in de loop van de ochtend kwamen er een moeder en tienerdochter bij in het stukje waar ik afwisselend zat en stond. Dochterlief sprak een beetje Engels en had een vertaalapp op haar telefoon (die van mij werkt alleen als ik internet heb). Zo kwamen de mannen er na 9 uur eindelijk achter dat ik uit Nederland kom. Ze stelden via het meisje nog wat vragen. Er werd veel om me gelachen en naar me gelachen. Ze hadden duidelijk wel het beste met me voor. Eentje vroeg of ik guldens bij me had. Van de EU en de euro leken ze nog nooit te hebben gehoord. Ik kon lastig aan hun verstand brengen wat handbal is. Uiteindelijk zorgden ze ervoor dat ik op één van de plaatsen voor rolstoelers zat toen zij uitstapten, zodat ik de laatste 8 uur een riante eigen plek had, wat wel even lekker was. Toen heb ik nog wat kunnen slapen. Om half 8 kwam ik gisteravond in Harbin aan. Daar deed ik geen moeite om met een bus het hotel te gaan vinden. Het was donker en mijn reis was zo al lang genoeg. Ik nam een taxi die me voor het hotel afzette.
Donderdag ben ik even rustig opgestart voor ik de stad in ging. Wat een verrassend leuke stad is Harbin! Mijn hotel is op zo’n 20 minuten lopen van het centrum, waar een lange voetgangersstraat ligt. Daar was het gezellig druk. De stad heeft duidelijk Russische invloeden. Op de gevels van winkels staat vaak naast een Chinese tekst ook een cyrillische. Zo kon ik eindelijk weer wat lezen - al merk ik dat het lang geleden is dat ik in cyrillisch gebied ben geweest en ken ik van de meeste Russische woorden de betekenis niet. Er was veel muziek op straat, van Chinees gejammer, tot de Russische polka of een westerse deun. Dat zorgt wel voor sfeer. Er staat een mooie kathedraal met binnen een fototentoonstelling over de ontwikkeling van Harbin van eind 19e eeuw tot nu met precies genoeg Engelse tekst om te begrijpen waar het om ging. Ik liep de winkelstraat af en ging een winkelcentrum in. Dit was zo’n winkelcentrum vol met winkels als de Zara, H&M, Calvin Klein en Levi’s dat je overal ter wereld tegen komt, slechts de collecties van de winkels wisselt per gebied. De winkelstraat kwam uit op een rivier. Langs de rivier ligt het Stalin park. Daar waren ook veel mensen op de been. Af en toe klonk er muziek en was er een groep aan het dansen. Op een plein waren veel hangouderen, sommigen zaten te kaarten, anderen keken toe hoe er getafeltennist of gefitnest werd. Genoeg reuring in elk geval. Toen ik het centrum gezien had, liep ik naar het station om een buskaartje naar mijn volgende bestemming te kopen, wijs geworden van mijn ervaring van de trein naar Harbin. Daarna ben ik terug gelopen naar het centrum, omdat het er zo gezellig is. Daar heb ik gegeten voor ik weer terug ben gelopen naar het hotel. Morgen heb ik weer een reisdag.
Groet!
Sigrid
-
26 Augustus 2017 - 14:09
Wilfried Biesemans:
Sigrid,
Ik vind jou reisverhalen verbjisterend.
Hoe los je het allemaal op,onderweg.
Wat een belevenissen!
IK was al wel in China,maar wel in groepsverband.
Maar dan nog kreeg ik de kriebels in een treinstation met alleen chinese 'krabbels';
Ik ga nu googelen,want ,
ik kan me niks voorstellen bij een visstoeltje.
Geniet nog,en kom goed thuis;
Wilfried-B
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley