Natuurparken en vooral veel uitdagingen
Door: Sigrid
Blijf op de hoogte en volg Sigrid
24 Augustus 2017 | China, Erdaobaihe
Vrijdag ben ik met de bus van Harbin naar Mudanjiang gereisd, een rit van ruim 4 uur (358 km). De omgeving was mooi, bergachtig, groen met veel zonnebloem- en korenvelden. Af en toe passeerden we een dorpje, maar over het algemeen was het vrij leeg. De eindhalte was ergens op een hoek van een straat, niet bij een station. Ik had geen idee waar ik was. In de reisgids staat geen plattegrondje van deze stad. De enige optie was een taxi. Ik had het adres alleen in het Engels en het stond wat vaag beschreven: aan de zuidkant van straat A tussen straat B en C. Met behulp van een vrouw die het Engels begreep kwam de taxichauffeur eruit. Ik werd 4 minuten later afgezet. Ik had er weinig vertrouwen in dat ik op het juiste punt was afgezet. Aan de overkant zag ik een bord met een straatnaam. Ik liep er naar toe en dit was zowaar straat A. Op het bord van de dwarsstraat stond straat B van mijn adres. Dan was ik toch dichtbij. Ik sprak 2 mannen aan. Eén van hen ging meteen bellen. Toen kwam er een Engelse student aan die vlot Engels sprak. Mijn hotel was aan de overkant. De taxi had me dus voor de deur afgezet. De jongen hielp me met inchecken, helemaal top. In de hotels waar ik kom spreekt niemand Engels. Ik liep ’s middags nog even de stad in waar ik op zoek ging naar de CITS, een toeristenservice die nog het meeste weg heeft van een VVV, al bestaat het fenomeen toeristeninfo niet in China. Met wat vragen kwam ik bij de CITS uit. Daar bleek alleen de directeur wat Engels te spreken. Ik had gehoopt om hier veel info te krijgen, misschien een plattegrond van de stad en zeker uitleg hoe ik de volgende 2 dagen op mijn bestemming kan komen en hoe ik het beste naar mijn volgende bestemming kan reizen. De meest simpele vraag over een vertrektijd van een bus was al te ingewikkeld. Ik bedankte hem voor zijn tijd en ging weg, zonder te weten hoe ik dan aan informatie moest komen. Ik liep nog wat door het centrum met een voetganger straat met een markt. Het centrum is wel aardig, niet bijzonder gezellig. Ik at nog wat en liep terug naar mijn hotel.
Zaterdag werd een dag waar ik blij van ben geworden! Al om kwart over 6 ging ik op pad. Ik had geen idee of het zou gaan lukken met de bus naar Jingpo Hu te gaan, een nationaal park op ca 100 km van de stad. In mijn 10 jaar oude reisgids stond iets over een bus die om 7:30 uur vanaf het parkeerterrein tegenover het treinstation zou vertrekken. Toen ik vlakbij het station was zag ik een aantal touringcars de straat die parallel ligt aan de straat van het station in rijden. Ik besloot die kant op de gaan en dat was een goede beslissing. Deze bussen stopten recht tegenover het station, aan de andere kant van de parkeerplaats. Bij de eerste bus ving ik bot. Ik zag wat mannen bij een winkeltje aan de andere kant van de straat zitten. Als die daar dagelijks zitten, weten ze vast wel meer over de bussen die hier stoppen, zo redeneerde ik. En mijn vermoeden bleek waar. Ik vroeg naar de bus naar Jingpo Hu en de man wees naar de bus aan de overkant. Ik liep er naar toe en vroeg of ik mee kon. Ik mocht instappen. De kaartjes mijnheer kwam naar me toe. Ik had natuurlijk geen kaartje en vroeg waar ik die kon kopen. Hij wees de straat in. Een wat meer praktisch ingestelde man liep achter hem, en gebaarde dat het 50 yuan was, retour. Hij vroeg me het geld en kwam voor vertrek terug met een buskaartje. Soms zijn dingen een stuk eenvoudiger dan je denkt. De bus vertrok om 7 uur. Anderhalf uur later waren we bij het parkeerterrein van Jingpo Hu. Dit is een groot natuurgebied, UNESCO erfgoed, met daarin een groot meer en een waterval en een ‘ondergronds’ bos. We kregen allemaal een batch mee. Gelukkig hoefde die niet om. Nadat we waren uit gestapt wilde de kaartjes mijnheer me wat vragen en kon dat niet duidelijk maken. Ik moest hem volgen. Hij werd opgehouden door een jonge vrouw die iets aan hem vroeg. Ik schatte in dat zij misschien wel Engels zou spreken en vroeg haar dat. Het bleek te kloppen. Ik vroeg of ze kon helpen vertalen. De vraag was of ik naar een bepaald gebied wilde. Ze liet me foto’s zien. Het zag er mooi uit en ik stemde in. Daar kon ik een kaartje voor kopen bij die man. Ik betaalde hem en hij gebaarde dat ik in een bus moest stappen. De vrouw zat er ook in en zei dat ik naast haar moest komen zitten. Die vrouw is Mye en heeft me de rest van de dag op sleeptouw genomen. Dat was erg prettig. Er ging een gids mee in de bus. En ja, dat was zo’n vrouw met een blauw vlaggetje en headset. Daar hoorde ik nu dus ook bij. Echt iets voor mij, haha. We moesten nog 2x overstappen van bus, de reden daarvan is me volstrekt onduidelijk. Na de eerste keer uitstappen werden we in 2 rijen gedirigeerd, wat me erg deed denken aan de rijen op de kleuterschool. We hoefden nog net niet hand in hand te gaan staan. We kwamen bij het ondergrondse bos uit. Hier liepen we ca een uur over een van hout gemaakt pad vol trappen. We begonnen hoog in het bos, daalden af en moesten toen weer omhoog. Dat in een lange stroom van mensen. Ik was voorbereid dat het druk zou zijn en ergerde me er niet aan. Ik liep met Mye en haar ouders mee. Het bijzondere van het bos is dat het op lava groeit; het was op zich wel mooi, niet heel spectaculair. De ouders van Mye stonden erop dat ik met hen mee ging lunchen. Het engels van Mye is niet super, soms heeft ze de vertaal app nodig, maar goed genoeg om wat te kletsen. De lunch was lekker. Ik kon de kunst van het eten nu weer een keer goed afkijken van de Chinezen. Na het eten liepen we terug naar het parkeerterrein waar ook het kaartjesloket was. Mye hielp me een kaartje te kopen om het park in te gaan. Daarna namen we afscheid. Ik sprak met Mye af om ’s avonds wat te gaan eten.
In het park werd ik linea recta met een grote stroom mensen naar de waterval geleid, de hoogste waterval op lava grond ter wereld. Zo kun je overal iets van maken. Het was 10 voor 2 en om 2 uur zou er een man van de waterval naar beneden springen. Ik kwam ergens achteraan in het publiek terecht, kon lang de man zien staan tussen de hoofden door en op het moment supreme bewogen ze net en zag ik niets. Niet echt erg. De mensen gingen nu vrij snel weg, zodat ik naar voren kon om de waterval goed te zien. Hij lag er mooi met de bergen op de achtergrond. Ik liep rond door het bos met beeldentuinen, een pad met grote rotsblokken met gedichten erop geschreven en had vanuit verschillende kanten uitzicht op de waterval, een lekkere wandeling. Aan het eind van de middag ging de bus weer terug naar Medanjiang. ’s Avonds ging ik met Mye eten We aten hotpot: een pan met kokend water op een vuurtje, verdeeld in twee stukken: een pikant deel en een mild deel. Mye bestelde daar vlees, noedels, ei en groenten bij. Dat deden we in de hotpot waar het snel gaar was. Hoewel het Engels van Mye het niet toe liet om hoogstaande gesprekken te voeren, was het gezellig. Mye betaalde met Alipay, een systeem in China waarmee je met je telefoon kunt betalen. Je moet daarvoor een soort barcode scannen, ideaal. We spraken af om zondag nog naar een gezellige plek bij een rivier te gaan.
Zondag ben ik eerst naar het station gegaan om een treinkaartje naar Yanji, de volgende bestemming, te kopen. Op internet is een goed treinschema van China te vinden. Ik had het routenummer, en vertrek- + aankomsttijd + datum opgeschreven. Dat liet ik zien, waardoor ik moeiteloos het kaartje kon kopen. De plek waar ik met Mye naar toe ging had ik zelf nooit gevonden zonder plattegrond. Het was een gezellige plek. Er was een klein strandje waar mensen aan het recreëren waren. We liepen daar een uurtje rond. Ondertussen belde Mye met haar vader. De zoon van de beste vriend van haar vader woont tegenwoordig in Duitsland en was nu over in Mudanjiang. De ouders + zoon gingen met elkaar eten. Die zoon was als een broer voor haar. In de tijd dat Mye en haar nepbroer geboren werden gold de één kind regel nog in China. Mye vroeg of ik mee wilde lunchen; op die manier kon ze het combineren. Ik stemde in. En zo zat ik met 2 gezinnen aan een Koreaanse BBQ. Hoewel beide gezinnen in China wonen, hangen ze beiden erg aan Korea. Dat was wederom een bijzondere ervaring. Er kwam een bakplaat op tafel op een vuurtje in het midden van de tafel. Er werd vlees besteld, tofu, noedelsoep, kumchi en gebakken ei. De moeders ontfermden zich over het braden van het vlees. Soort voor soort gingen de lappen vlees op de bakplaat. Als het bijna gaar was, werd het vlees met een schaar in stukken geknipt, waarna het makkelijk met stokjes kon worden gegeten. Het was erg lekker. Na de lunch zijn Mye en ik naar haar middelbare school gelopen. Daarna heb ik afscheid van Mye genomen en ben terug gegaan naar mijn hotel. Aan het eind van de middag nam ik de trein naar Yanji (6,5 uur), waar ik om 11 uur aan kwam en een taxi naar het hotel nam.
Maandag heb ik een lekker rustig dagje gehad. ’s Morgens ben ik op mijn kamer gebleven. Ik kreeg ergens een reclame voor een VPN aansluiting en heb die geïnstalleerd. Ik had van Mye de tip gekregen dat ik daarmee de Chinese censuur kon omzeilen, heel fijn om alle google producten weer te kunnen gebruiken. Ik zocht wat info over Yanji op internet en kwam er achter dat er eigenlijk niets is. Ik was er naar toe gegaan omdat het qua vervoer het beste uit kwam en had geen zin gehad om meteen de volgende morgen door te reizen. Om half 1 ben ik wel de stad in gelopen. Aan 2 meiden die buiten bij hotel stonden vroeg ik de weg naar het centrale plein. Dat was makkelijk, een lange rechte weg en toen kwam ik in voetgangersgebied terecht. Yanji heeft ca 400.000 inwoners waarvan het grootste deel (ca 58%) Koreaans is. Hier staat alles in het Chinees en in het Koreaans geschreven. De winkelstraat was best gezellig. Ik kwam uit op een plein waar dance muziek van een podium klonk waar een meisje stond te dansen voor een handjevol publiek. Ik liep door naar een park. Daar was het gezellig. Er waren veel mensen op de been, bij een klein pleintje waren mensen aan het dansen. Om daar te komen was ik door een dierentuintje gekomen. Daar kon je zo gratis binnen lopen. In eerste instantie zag ik wat hokken met vogels, maar er waren ook apen en tot mijn verbazing liep er een bruine beer rond in een hok. Vanuit het park probeerde ik het busstation te vinden. Ik liep langs een Spa en vond het een goede gelegenheid voor een massage. Het werd een stevige rug-nekmassage van een half uur, erg lekker! Daarna nam ik de bus naar het station waar ik een kaartje voor de bus naar Baihé kocht voor dinsdag om 10:10 uur, mooie tijd. Daarna liep ik via het centrum terug naar het hotel.
Dinsdag nam ik dus de bus naar Baihé. We reden eerst nog langs allerlei punten in Yanji om spullen op te halen. Dan stond er weer iemand op de weg geparkeerd met wat dozen en dan stond er weer iemand langs de weg om iets af te geven. Zo gingen er 3 autobanden mee, wat dozen en enveloppen. Er was een vrouw mee op de bus die het allemaal in ontvangst nam en registreerde. Ze belde veelvuldig. Het laatste stuk stopten we vaak om alle dozen e.d. af te leveren. De vrouw belde nu nog vaker en kreeg bij elke aflevering geld in haar handen gedrukt. Supermarkten kregen zo weer nieuwe voorraad en de post werd bezorgd. Ik geniet er altijd wel van om te zien hoe dat gaat. Daarbij reden we door een mooi, groen, bergachtig gebied. Naar buiten kijken was ook genieten. Om 14:20 uur kwamen we in (Erdao) Baihé aan en nam ik een taxi naar het hotel. Ik wilde wel even naar het treinstation omdat daar vandaan minibusjes naar Chanbai San, een nationaal park vertrekken. Volgens de receptioniste was het 4 à 5 km lopen en kon ik beter een taxi nemen. Ik zei dat ik het wel fijn vond om te lopen. Chinezen nemen voor alles de taxi of de bus en snappen daar niets van. Baihé blijkt een gezellig, toeristisch plaatsje. Om bij het station te komen moest ik door een dennenbos lopen. Op elk kruispunt vroeg ik de weg. Bij het derde kruispunt bleek ik het aan toeristen te vragen. Zij gingen het opzoeken op hun telefoon en vroegen het een vrouw die langs kwam. Die bleek die kant op te gaan in een geweldig blauw karretje, nog het meest te vergelijken met een 35 km wagentje, de Aziatische Canta zeg maar. Ik mocht mee rijden. Beiden moesten erg lachen dat ik met hen mee reed en ik vond het helemaal geweldig. Ik wilde vooral weten waar het station was en hoe het er uit ziet om te voorkomen dat ik woensdagochtend voor een verrassing kom te staan. Info over de minibusjes naar het park kon ik er niet krijgen. Op de terugweg reed de vrouw me achterop, gooide de deur open en gebood met bijna om in te stappen. Dit soort bevelen volg ik graag op! Ik werd tot vlakbij mijn hotel mee genomen. Toen zei ik zelf dat ik eruit wilde.
Woensdag ben ik naar Chanbai San geweest, een groot park op 20 km van Baihé. De receptioniste van het hotel zei dat ik het beste een bus die voor de deur stopt, naar het park kon nemen. Dat deed ik. Via een centraal parkeerterrein aan het eind van de stad waar ik een buskaartje naar het park, een toegangskaartje en een kaartje voor vervoer in het park bij één loket kocht (heel efficiënt), stapte ik een paar keer over op een andere bus. Anderhalf uur later was ik op de plaats van bestemming. Alles was super goed geregeld daar. Via een goed aangelegd pad kon je via warm water bronnen naar een waterval lopen. Helaas begon het te regenen. Het waren gelukkig steeds korte buitjes. Na het bezoek aan de waterval, moest je weer met de bus, om bij een meertje uit te komen. Vervolgens kon je een kaartje kopen voor een minibus naar de hoogste berg (ruim 2700 meter). Daar moest je uitzicht hebben op een hemels meer. Hoe hoger we kwamen, hoe donkerder de lucht werd. Toen ik boven uitstapte regende en waaide het hard. Het was er gewoon koud, terwijl het de laatste 10 dagen consequent 30 graden was geweest. Ik was er niet op gekleed. Geen nood, ik kon een lange jas huren. Meer dan de helft van de mensen liep in zo'n jas van het park. Het meer lag op 2100 meter en was nauwelijks te zien. De plaatjes beloofden een fantastisch uitzicht, maar dat kreeg ik niet met dit weer. Ik had nog geluk dat de bewolking een beetje optrok en ik nog iets van het meer te zien kreeg. Ik wachtte nog even of het weer zou verbeteren, maar dat was ijdele hoop. Ik ging weer naar beneden waar het een stuk warmer was en droog. Ik had alles nu wel gezien en ben terug gegaan naar Baihé. Daar heb ik ’s middags nog wat door het plaatsje gelopen.
Vandaag had ik eigenlijk weer naar Chanbai Shan willen gaan. Gisteren was ik aan de noordkant en nu wilde ik naar de westkant. Dit was nog wat verder rijden. Dit keer heb ik van te voren de weersverwachting op gezocht: weer regen en bewolking. Ik besloot in de stad te blijven. Vanmorgen ben ik op mijn kamer gebleven. Vanmiddag liep ik naar het busstation (tegenover het treinstation), om na te vragen hoe laat morgen de bus gaat. Ik ben lekker door het bos en door de winkelstraat gelopen. Vanavond was het gezellig op straat. Op een pleintje waren meerdere groepen aan het dansen, ieder met zijn eigen muziek box. De muziek speelt dan gewoon tegen elkaar in. Ik zag een mooi verlicht gebouw, liep er naar toen en kwam bij een meertje uit dat ik vanmiddag nog niet had gezien. Er omheen waren wat verlichte gebouwen. Dan is het natuurlijk de uitdaging om daar wat mooie plaatjes van te schieten, wat aardig is gelukt. Ik liep nog een rondje om het meer, voor ik terug ging naar het hotel. Morgen ga ik door naar Dandong, al weet ik nog niet of ik daar morgenavond al ben of dat ik een tussenstop in Tonghua moet maken. Daarover de volgende keer meer.
Groetjes,
Sigrid
-
27 Augustus 2017 - 10:04
Rene:
Mooie beelden weer en mooie ervaringen!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley