De grens over naar Colombia
Door: Sigrid
Blijf op de hoogte en volg Sigrid
18 Augustus 2018 | Colombia, San Agustín
Ik heb jullie zaterdag verlaten bij mijn lunch in Otavalo. ’s Middags naar de waterval van Peguche gelopen. Die ligt ca. 2,5 km buiten Otavalo. Ik liep een leuk rondje in het gebied van de waterval. Het was even zoeken waar de waterval was. De meeste mensen komen met de auto naar Peguche en lopen alleen het laatste stuk. Ik liep over een oude hangbrug een stuk omhoog en kwam in het dorpje Peguche uit, waar een marktje was. Daar stond de weg naar de waterval aangegeven. De waterval is 20 m hoog en 6 meter breed. Ik ging langs een andere kant terug en kwam bij een klein Inca (open) lucht museum. De natuur was prachtig. Ik vond het pad terug naar de eerste hangbrug waarover ik was gegaan en liep nu weer langs het spoor terug naar Otavalo. Aan het eind van de middag was ik weer terug in het hotel.
Zondag ging ik de grens over naar Colombia. Daarvoor moest ik eerst de bus naar Ibarra nemen. Daar was ik ca. drie kwartier. Ik moest nu overstappen op de bus naar Tuclan. Die vertrok 50 minuten later. Het viel me weer op hoeveel Indianen en Afra-Ecuadorianen in het gebied ten noorden Quito nemen. De bus naar Tuclan duurde 2,5 uur. De rit was weer mooi, zoals steeds in Ecuador. In Tuclan moest ik iets van een (gedeelde) taxi nemen naar Rumichaca, waar de grens is. Op het busstation kwamen meteen 2 mannen op me af om te vragen of ik geld wilde wisselen. Dat wilde ik niet bij hen doen in de verwachting te worden afgezet als ik op straat zou gaan wisselen. Er was een wisselkantoortje. Daar ging ik naar binnen en trof daar dezelfde mannen aan, die ik nog steeds niet helemaal vertrouwde. Ik keek snel even in de valuta-app hoeveel Colombiaanse Pesos ik moest krijgen voor $ 20. Dat was ca. 58.0000. Ik kreeg 54.0000. Dat betekent ruim een euro verlies of commissie. Dat is redelijk, zeker voor op zo’n plaats. Het was wel fijn om alvast wat Colombiaans geld te hebben. Toen ik het kantoortje uit liep stopte er een taxi vlak voor me. Daar zat een man in die in de bus vlakbij me had gezeten. Hij vroeg of ik naar de grens moest. Ik kon mee rijden. Fijn! Het was 6 km rijden, ca. 10 minuten. Toen we er waren rekende de man af, gaf mij een hand en wenste me een goede reis. Hij wilde duidelijk niet dat ik mijn deel betaalde. Helemaal goed en hij zal er niet arm van worden, dus schuldig voelde ik me niet. Het was even zoeken waar ik moest zijn voor de grenscontrole. Er zaten veel mensen in een paar grote tenten zonder zijkanten. Ik vermoed dat dit mensen uit Venezuela waren die het land ontvlucht zijn. Ecuador heeft vorige week de grens gesloten voor vluchtelingen uit Venezuela. Ik vond de ingang en stond binnen 2 minuten weer buiten. Dat ging lekker snel. Ik liet het Ecuador nu achter me, een vriendelijk en toegankelijk land met een prachtige natuur.
Ik liep door naar de Colombiaanse kant. Er stond een lange rij. Ik kon ergens halverwege invoegen. Het bleken 2 rijen te zijn. Elke rij was afgebakend tussen hekken. De andere rij was een stuk langer. Het was me niet helemaal duidelijk waarom deze mensen in een aparte rij moesten staan (mogelijk waren dit ook vluchtelingen uit Venezuela die weer terug gingen naar Colombia, omdat ze Ecuador niet in kwamen). In mijn rij gingen de Colombianen voor. Die mochten langs iedereen doorlopen naar voren. In feite stonden we nu te wachten voor een hek. Ik stond om 13:15 uur in de rij. Het duurde 3 kwartier voor we een beetje doorschoven. Tot die tijd waren we alleen iets naar voren gegaan door het gewiebel van het ene op het andere been en doordat de rij wat compacter werd. Om 14:00 uur schoven we ineens een heel stuk door. Het was net of de lunchpauze van de douaniers was afgelopen. Ik kon nu zien dat de rij voor de loketten binnen was. We stonden nu eigenlijk te wachten om in de rij te mogen staan voor de loketten. Om kwart over 3 was ik erdoor. Eindelijk! Daarna ging het wel snel. Ik moest een (gedeelde) taxi hebben naar Ipiales. Bij de douane had een bord gestaan met daarop het tarief naar Ipiales: 8000 pesos. Er stopte een taxi bij mij. Hij noemde dit bedrag, nog geen 2,50 euro, dus ik hoefde niet zo nodig de taxi te delen om de kosten te drukken. De taxi bracht me in een minuut of 10 naar het busstation van Ipiales (7 km). Ik kocht een kaartje voor de bus naar Pasto. De bus stond al te wachten. Om half 4 vertrokken we. Deze busrit was ook weer mooi. Om half 6 waren we in Pasto. Daar nam ik een taxi naar het hotel.
Maandag vertrok ik naar Popayan. Pasto werd alleen een overnachtingsplaats. Mijn oorspronkelijke idee was geweest om hier nog naar een meer in het natuurgebied te gaan. Ik had zondag de reisapp van Buitenlandse Zaken gedownload en daarop werd aangegeven dat het werd afgeraden om daar te reizen. Ik besloot dit te skippen en meteen door te gaan. Er zijn nog genoeg andere mooie dingen in Colombia te zien. Ik nam de taxi naar het station en ging naar de loketten om een buskaartje te kopen. De mensen zijn hier veel meer opgewonden dan in Ecuador. Er werd haast gestrest vanachter elk loket gevraagd waar ik naar toe wilde. Toen ik bij het loket voor een kaartje naar Popayan kwam, werd ik gehaast geholpen, alsof er geen tijd te verliezen was. Ik vroeg hoe laat de bus vertrok. Onmiddellijk. Ik moest opschieten. Ik liep het perron op en kwam terecht in een minibusje voor 9 personen incl. chauffeur. Ik was de laatste die erbij kon. Ik stapte in en vervolgend duurde het nog 20 minuten voor we vertrokken. En iedereen zat maar in die auto. We vertrokken rond 8:45 uur. Het landschap was weer mooi, bergachtig, groen en in lager gelegen gebieden bomen die in bloei staan. We daalden van ruim 2500 meter naar ruim 1700 meter. De chauffeur reed lekker door, borden met de maximale snelheid en doorgetrokken strepen negerend haalde hij de een na de ander in, zonder daarbij onverantwoorde risico's te nemen overigens. Naast me zaten 2 zussen met het zoontje van bijna 2 van een van hen. De moeder begon een beetje met me te praten. Jammer dat ik niet beter Spaans spreek! Rond 12 uur stopten we bij een restaurant. De zussen die naast met zaten zeiden dat ik bij hen moest komen zitten. Iedereen ging zitten eten. Ik nam ook maar een maaltijd. De zussen raadden me iets aan wat echt lekker moest zijn. Het bleek niets anders dan een schnitzel te zijn met rijst, bonen, een beetje salade en een stukje brood en vooraf een bord maissoep met een glas limonade erbij. De gerechten werden tegelijkertijd op tafel gezet. Het smaakte goed. Na ruim 3 kwartier vertrokken we weer. Het was nu nog een uur rijden naar Popayan. Ik werd met nog een paar anderen aan de rand van de stad afgezet; de rest reed door. Ik de taxi naar mijn hotel in het historisch centrum van de stad. Ik ging vrij snel de stad in. Dit is een koloniaal stadje vol met witte gebouwen. Het wordt ook wel de witte stad genoemd. Het heeft ca. 270.000 inwoners. Het centrum is qua grootte goed te overzien. Het is een gezellig stadje om doorheen te lopen. Er zijn een aantal universiteiten waardoor er veel studenten zijn. In heel Colombia is het stratensysteem redelijk simpel: er zijn calles die van oost naar west lopen en carreras die van noord naar zuid lopen. Deze zijn genummerd. De straten hebben dus geen specifieke namen. Dit werkt wel makkelijk! Ik dronk ergens een kop koffie en maakte daar mijn reisschema voor Colombia. Niet dat het zeker is dat ik me daaraan houd, maar dan heb ik een uitgangspunt. Als ik ergens langer wil blijven, moet ik een keuze maken om ergens anders niet heen te gaan of een dag korter. Zo houd ik het overzicht een beetje en kom ik aan he eind van de rit niet in tijdnood. Ik liep door naar het hoofdplein waar het gezellig druk was, liep langs een paar kerken. Daarna ging ik eten in een restaurantje met lokale gerechten. Op goed geluk koos ik iets uit. Het werden 3 gepaneerde schijven met aardappel erin en gesmolten kaas erop en een glas vruchtensap van bramen met ijs (bevroren water in flinterdunne stukjes) erdoor heen. Beide erg lekker en nog geen euro 2,25. Daarna ben ik terug gegaan naar mijn hotel.
Dinsdag nam ik de bus naar Silvia, het centrum van de Guambiano regio. Op dinsdag is er een markt waar de Guambiaanse bevolking uit 4 bergdorpen uit de omgeving naar toe komt om spullen te kopen en verkopen. Dit wordt beschouwd als een van de meest traditionele inheemse bevolkingsgroepen. Ze spreken hun eigen taal en zijn geweldige wevers. Ze hebben nog traditionele kleding. Veel mannen komen naar de markt in een blauwe rok met roze franje, een zwarte omslagdoek en een zwarte bolhoed. De vrouwen dragen een zwarte rok, blauwe omslagdoek en ook een zwarte hoed. De mensen komen in gekleurde bussen naar Silvia. De markt begint ’s morgens vroeg en duurt tot het begin van de middag. De mensen willen liever niet (ongevraagd) gefotografeerd worden. Jammer, want dit was een plek waar je moeiteloos urenlang los kon gaan met je camera. De bus stopte bij het plein voor de kerk. Ik liep even over het gezellige plein met al wat stalletjes en liep toen de markt op. Op de markt werd veel groenten en fruit, kleding en schoenen verkocht. In Colombia zijn wat soorten fruit die nergens anders zijn. Ik kon inderdaad niet alles thuis brengen. Ik was met een half uurtje wel uit gekeken op de markt en ging ergens een kop koffie drinken. Het begon toen net hard te regenen, dus dat was een goed getimede stop. Toen het droog was liep ik een heuvel op met een kerkje. Hier was een mooi uitzicht over Silvia en omgeving. Ik zag een meertje liggen vlak naast het dorp. Daar liep ik nog even omheen. Toen had ik het wel gezien. Ik liep terug naar het plein en nam de bus terug naar Popayan waar ik rond half 2 was. ’s Middags heb ik niet veel meer gedaan. Ik ben gaan lunchen en ben nog een keer de stad in gelopen. Het is echt wel een gezellig stadje. Er waren weer veel mensen op de been. Ik dronk nog ergens een kop koffie en toen had ik het wel gezien. Ik ben in het hotel even lekker lang gaan zitten lezen. Popayan was een goede stad om in Colombia te landden, gewend te raken aan de mensen en het geld. Alles gaat toch weer net even anders dan in Ecuador.
Woensdag ging ik om 8 uur weg om naar San Agustin te reizen. Er ging tegelijk met mij een Fransman weg. We deelden een taxi naar het busstation (die was 1,30 euro, echt nodig was het niet, maar wel gezellig). Daar was het even zoeken bij welk loket ik moest zijn. Ik werd steeds een loket verder gestuurd. Ik vond een bus die om kwart voor 10 vertrok. Met de Fransman heb ik nog een kop koffie gedronken. De busrit was niet zo geweldig. We reden door een nationaal park waar de straat onverhard was en vol kuilen zat. De chauffeur reed zigzag over de weg om de kuilen zo veel mogelijk te omzeilen, maar dat kon niet verhinderen dat het een hobbelrit werd. Toen we het park uit waren stopten we bij een restaurant om te gaan lunchen. Na de lunch was het nog een uur rijden. Bij de afslag naar San Agustin werd ik met nog 5 anderen afgezet. Daar stond een bord “Popayan 126 km”; daar hebben we dus bijna 4,5 over gereden! Er stond een jeep op ons te wachten. Die bracht ons het laatste stuk naar San Agustin. Toen we werden afgezet, kregen we meteen info over tour mogelijkheden hier. Ik werd er enigszins door overrompeld en besloot niet meteen toe te happen. Het voorstel was om donderdag een rit te paard te doen en vrijdag een jeep tour. Ik wilde het even laten bezinken en ging eerst inchecken in mijn hotel. Nadat ik me had geïnstalleerd liep ik het stadje in (ca. 30.000 inwoners), dat best gezellig is. Ik haalde bij een ander reisbureau nog wat info over de tours die zij aanboden en boekte uiteindelijk de tour bij de eerste, omdat ik daar met een groep zou gaan paard rijden en ik bij de andere (voor meer dan het dubbele bedrag) een tour alleen met gids zou doen. Het was inmiddels half 6 en ging meteen maar eten. Ik vond een leuk restaurant waar ik een heerlijk bord groenten nam met wat tortilla’s. Ik Ecuador staat er niet zo vaak groenten op het menu en dat heb ik echt gemist. Na het eten liep ik naar het hotel waar ik eerst op de veranda en later op bed mijn boek uit las.
Donderdag moest ik om 9 uur bij het reisbureau zijn. Ik werd met een motor naar de paarden gebracht. Ik deed een tour met nog 5 anderen: een Frans stel, een Duitse en twee Colombianen. We vertrokken vrijwel meteen na een minimale instructie, terwijl we geen ervaren ruiters zijn. De rit ging langs verschillende plaatsen waar archeologische beelden en tombes stonden. In een kwartier liepen we naar El Tablon, de eerste bezienswaardigheid. Daar stonden een paar beelden die ergens tussen 1000 v Chr. en 1500 na Chr zijn gemaakt. Veel is er niet bekend over het hoe en waarom van deze beelden. Ze zijn van een soort steen gemaakt en er staan dingen in getekend. Men kan alleen maar speculeren over de betekenis hiervan. Deze beelden zijn gevonden bij graftombes als een soort grafstenen. In andere culturen nemen de rijken en vooraanstaanden mensen uit de samenleving veel waardevolle spullen mee het graf in. Hier was hun status terug te zien in het beeld wat erbij stond. We liepen weer terug naar de paarden en gingen door naar La Chaquira. Hier zetten we ons paarden weer neer en moesten we een heel stuk naar beneden lopen. Het uitzicht was prachtig. We zagen de Magdalena rivier. We kwamen uit bij stenen met inscripties. Ook hier gaf de gids uitleg. Wat opviel is dat hij binnen de afrastering ging om ons van alles aan te wijzen en daarbij op de stenen stond en ze met zijn handen aanraakte. Ik denk niet dat dat de bedoeling is. We liepen nu weer omhoog en bleven even zitten om wat te drinken. Nu legden we een wat groter stuk te paard af. De paarden wisten redelijk goed wat ze moesten doen. De gids spoorde hen van achteren aan om snel te gaan als het kon. Zo gingen we soms in draf en galop. Zeker de stukken bergop deden de paarden het liefst in draf (ik ga dan meestal langzamer lopen en ga rennend naar beneden, maar bij paarden werkt dat dus andersom). Het was wel gaaf om niet alleen stapvoets te gaan. Bij de volgende stop, La Pelota, zagen we de enige beelden met kleur. De gids liet boomstammen en besjes zien waar de rode, gele en blauwe kleuren vandaan kwamen. Deze beelden waren veruit het mooist. Hierna reden we door naar de ingang van het archeologisch park. Daar lieten we de paarden en gids achter. Het was inmiddels half 1. Als vanzelfsprekend liep ik met Catharina, de Duitse, door het park. Er was een museum met wat info. Al snel kwamen we tot de conclusie dat we eigenlijk niet in ons opnamen wat we lazen en gingen we er wat sneller doorheen. In het park stonden veel beelden die hier naar toe zijn gebracht. Er was hier een mooie wandelroute uitgezet door een mooie omgeving met af en toe een schitterend uitzicht, waar we dan wel even flink voor hadden moeten klimmen. Het laatste deel ging door het bos. Toen we de beelden wel gezien hadden liepen we terug naar San Agustin. Catharina wist een waterval dichtbij het park waar het mogelijk was om te gaan zwemmen. Ze vroeg of ik nog zin had om daar naar toe te gaan. We gingen ieder naar ons hotel om zwemspullen te halen en spraken af om elkaar om 15:30 uur weer te zien. We wilden met een motortaxi heen en dan terug lopen. Dat kon voor 10.000 pesos met z’n tweeën op de motor of voor 7.000 met ieder een eigen motor. We besloten samen op een motor te gaan. We pingelden er nog 1000 pesos vanaf. Het paste precies, met z’n drieën op de motor, maar voor de achterste was het zeker niet comfortabel. Ik realiseerde met dat we nu in totaal 1,70 euro uitspaarden, dus 0,85 cent p.p. Daar hebben we later hartelijk om gelachen en we waren het erover eens dat het om het principe gaat. De rit duurde ruim 10 minuten. We kwamen weer langs de ingang van het park. Toen we afstapten waar er opeens nog een man die Catharina woensdag al had ontmoet. Toen was ze ook al bij de waterval geweest, maar was het te glibberig om tot de waterval te komen. Nu was het pad er naar toe nog niet overal even gemakkelijk te belopen. Bij de waterval hebben we even gezwommen. Het water was koud en de waterval lag in de schaduw. Het was wel even lekker om in het water te zijn en onder de straal van de waterval te staan. We bleven niet al te lang in het water. We liepen terug naar het pad. Onze ‘gids’ had was op de motor gekomen. We kregen van hem een gratis lift terug. Terug in San Agustin namen we afscheid van onze gids/chauffeur en gingen we nog even een kop koffie drinken. Daarna namen Catharina en ik ook afscheid van elkaar. Ik boekte een tour voor vandaag en ging ik ergens wat eten. Leuke dag gehad!
Vandaag heb ik een tour door de omgeving gemaakt. Dat was met 7 anderen. Vanmorgen gingen we eerst even bij een mooie plek bij een rivier kijken. Daarna deden we nog een museum en een archeologisch park aan met dezelfde soort beelden en tombes als gisteren. Ik had die eigenlijk wel een beetje gezien. Het regende regelmatig. De lunch was nog het leukst. Toen gingen alle Engelstaligen bij elkaar zitten en wisselden we ervaringen en tips uit, eerst nog over Colombia, later over andere bestemmingen waar we waren geweest. Het was een leuk gemengd gezelschap van diverse nationaliteiten, waarvan de helft niet meer in zijn geboorteland woonde. Na de lunch bezochten we nog een plek met beelden en graftombes. Daarna was het tijd om een paar watervallen te bezoeken. De eerste was niet heel indrukwekkend en lag wel in een mooie omgeving. We werden afgezet bij een uitzichtpunt op de waterval. Voor de laatste waterval moesten we een uur rijden, 25 km, maar de wegen waren niet zo goed. Toen we bij de waterval aan kwamen rijden, regende het hard en kwamen de dampen omhoog, waardoor er weinig zicht leek. We moesten er allemaal om lachen. Toen we uitstapten bleek er nog wel een behoorlijk goed zicht op de waterval te zijn. Deze was 45 m hoog en echt wel indrukwekkend. Helaas werkte het weer niet helemaal mee. Rond 5 uur waren we weer terug in San Agustin waar ik niet veel meer heb gedaan. Morgen ga ik door naar een woestijnachtig gebied, weer even heel wat anders.
Groetjes,
Sigrid
-
21 Augustus 2018 - 08:36
Inge Kramer:
Ik krijg van Stephanie steeds je reisverslag doorgestuurd. Wat ontzettend leuk om te lezen wat je allemaal meemaakt. Geniet er nog lekker van.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley